PUBLICITÉ

Obesitas verergert incontinentie, astma en spijsverteringsziektes

Gepubliceerd door Hélène Joubert, gezondheidsjournaliste op 27/03/2017 - 10h12
-A +A

Spijsverteringsziektes, leveraandoeningen, longziektes en urinewegproblemen zijn soms het rechtstreekse gevolg van overgewicht of kunnen - als de aandoeningen al aanwezig zijn - door overgewicht worden versterkt. In beide gevallen volstaat vaak een gewichtsverlies van enkele kilo’s om de situatie te verbeteren. Wat weten we vandaag over de impact van obesitas?

PUB

Spijsverteringsziektes: ernstige en te weinig bekende gevolgen van obesitas

Verschillende spijsverteringsziektes zijn te wijten aan obesitas - we spreken van obesitas bij een Body Mass Index (BMI) die hoger is of gelijk aan 30 kg/m2. Bovenaan in het rijtje staat gastro-oesofageale reflux, maar ook slokdarmkanker (adenocarcinoom) hoort erbij. Het risico op deze kanker stijgt met 55% voor elke vijf extra BMI-punten*.

Ook andere vormen van kanker worden aan obesitas gelinkt. Zo stijgt het risico voor pancreaskanker en darmkanker met respectievelijk 14% en 15% voor elke vijf extra BMI-punten. Ontstekingen in het vetweefsel spelen bij het ontstaan van deze kankers een rol. Bij darmkanker heeft obesitas ook nog een versterkend effect, enerzijds door de consumptie van rood vlees, charcuterie en vet, anderzijds door de werking van de micro-organismen in de darmen. Dat microbioom is bij obese mensen namelijk anders.

Voor de lever kan overgewicht leiden tot leversteatose, dat is de ophoping van vet in de levercellen. Hier is de buikomtrek wel eerder bepalend dan obesitas.

Dr. Juliette Foucher van de dienst hepatologie in het ‘Hôpital Haut-Lévèque Pessac’ in Bordeaux, Frankrijk: “Een op de twee obese mensen ontwikkelt steatose of leververvetting, wat niet wil zeggen dat obesitas per se vetstapeling in de lever veroorzaakt. Vooral de buikomtrek is hiervoor beslissend. Een te grote buikomtrek - meer dan 80 cm voor vrouwen en meer dan 94 cm voor mannen - kan naast steatose bovendien ook ontstekingen in de lever veroorzaken, bekend als niet-alcoholische steato-hepatitis of NASH. Dat risico neemt toe met de buikomtrek. En NASH is een nog zorgwekkendere ontwikkeling.  Het kan namelijk evolueren tot levercirrose en uiteindelijk tot leverkanker (hepatocellulair carcinoom)”.

Maar het goede nieuws is dat - zelfs een bescheiden - gewichtsverlies de symptomen van gastro-oesofageale reflux kan verminderen omdat de druk in de buikzone afneemt. Gewichtsverlies heeft zelfs een positief effect op de vetsamenstelling en de hoeveelheid vet in de lever en verkleint zo het risico op levercirrose en kanker.

Plasincontinentie hangt nauw samen met de body mass index

Er is ook een link tussen obesitas en stoornissen van het urinestelsel. Vooral plasincontinentie wordt met obesitas in verband gebracht. Volgens de grootschalige studie EPINCONT, waaraan 28.000 Noren deelnamen, stijgt het risico op het ontwikkelen van dagelijks urineverlies met 20 tot 70 % voor elke vijf extra BMI-punten. Overgewicht speelt vooral een rol bij inspaningsincontinentie, in mindere mate bij aandrangincontinentie (het ongewild verliezen van urine) en hyperactiviteit van de blaas.

Obesitas is dus een uitlokkende factor voor incontinentie, maar ook hier geldt weer dat een bescheiden gewichtsverlies van 5% à 10% van het lichaamsgewicht al leidt tot een vermindering van de klachten en een betere levenskwaliteit.

Gepubliceerd door Hélène Joubert, gezondheidsjournaliste op 27/03/2017 - 10h12

*Rapport Fond Mondial de recherche contre le cancer: Alimentation, nutrition, activité physique et prévention du cancer : une perspective mondiale, 2007. 

Op basis van een interview met dr. Juliette Foucher - dienst hepatologie van het Hôpital Haut-Lévèque Pessac (Bordeaux) -, prof. Pierre Costa - hoofd van de dienst Urologie-Andrologie (Hôpital Universitaire Carémeau, Nîmes) - en prof. Alain Didier, dienshoofd en pneumo-allergoloog (CHU Toulouse).

Bekijk dit artikel
PUBLICITÉ