Er bestaat tegenwoordig een techniek om baarmoederfibromen zonder chirurgische ingreep te verwijderen. Het gaat om thermocoagulatie via ultrasonen, beter bekend als de ExAblate®-techniek. Het is een combinatie van MRI en gefocuste ultrasone golven die van buiten het lichaam de cellen van het fibroom vernietigen. Een woordje uitleg.
Baarmoederfibromen, hoe en wat?
Baarmoederfibromen zijn goedaardige (en dus geen kankergezwellen), maar vrij veel voorkomende tumoren. Naar schatting 20 tot 40% van de vrouwen krijgen er tussen hun dertigste en vijftigste mee te maken. Vaak zijn er geen symptomen, maar sommige baarmoederfibromen kunnen serieus wat hinder geven. Buikpijn, overvloedige maandstonden met bloedverlies tussen twee cyclussen in, pijnlijke maandstonden, urinewegproblemen (incontinentie of plasdrang) en darmproblemen (constipatie) zijn enkele van de symptomen.
Over de oorzaken tast men nog wat in het duister, maar er zijn wel risicofactoren gevonden (etnische afkomst, familiale voorgeschiedenis, vroegtijdige puberteit, nooit zwanger geweest…).
De behandeling gebeurt traditioneel via medicatie (hormonen), embolisatie (vernietiging van de baarmoederslagaders die het fibroom voeden door inspuiting van micro-korrels) en chirurgie (verwijdering van het fibroom of volledige verwijdering van de baarmoeder als het fibroom te groot is).
ExAblate® 2000: een revolutie in de behandeling van bepaalde baarmoederfibromen
Sinds enkele jaren bestaat er een niet-invasief alternatief dat werkt met lokaal gefocuste ultrasone golven die gestuurd worden door een MRI (magnetic resonance imaging). De techniek staat bekend als thermocoagulatie via ultrasonen (ExAblate® 2000).
Er zijn heel wat voordelen aan: geen operatieve ingreep, geen litteken, geen verdoving, de baarmoeder wordt gespaard, ziekenhuisopname duurt hooguit 24 uur, snel herstel met binnen 1 of 2 dagen hervatten van de activiteiten.
Le Quotidien du Médecin 16/02/2009, www.lequotidiendumedecin.fr ; Marret H., et al., Médecine de la reproduction, gynécologie et endocrinologie. Volume 11, Nummer 2, 158-63, maart-april 2009.