Wanneer je cholesterolgehalte te hoog is, kan je best de 'slechte' vetten vermijden en meteen op zoek gaan naar een dieet dat arm is aan cholesterol. Het spreekt vanzelf dat dergelijke maatregelen niet steeds gemakkelijk vol te houden zijn. Je vindt hieronder verklaringen en argumenten.
Voedingsmiddelen vermijden die cholesterol bevatten
De eerste maatregel lijkt heel logisch: vermijd voedingsmiddelen die zelf cholesterol bevatten. Het gaat uitsluitend om producten van dierlijke oorsprong. Al wat plantaardig is, bevat fytosterol, dat in de darmen de opname van cholesterol belemmert. De voedingsmiddelen die de meeste cholesterol bevatten zijn:
- eigeel
- orgaanvlees (hart, lever, nieren...)
- vetstoffen van dierlijke oorsprong: boter, reuzel, slagroom, ganzen- en eendenvet, spek
- fijne vleeswaren
- schaaldieren: garnalen, krab, langoest, langoustine, kreeft
- volle melk en afgeleide producten zoals kaas die allemaal rijk zijn aan verzadigde vetten
- vlees
'Slechte' vetzuren vermijden
De benaming 'slechte vetzuren' groepeert de verzadigde vetzuren en de vetzuren in levensmiddelen die industrieel werden bereid. Al deze vetten verhogen het risico op hart- en vaatziekten. Zij hebben de eigenschap te stollen op kamertemperatuur en zijn moeilijk uit het menselijk lichaam te verdrijven. Zij hebben bovendien de neiging om zich vast te zetten op de wand van de slagaders. Zij verhogen de viscositeit van het bloed en dus ook de kans op de vorming van bloedklonters in de slagaders.
Verzadigde vetzuren vindt men voornamelijk in de volgende voedingsmiddelen:
- vet vlees: ribstuk, ribbetjes, schapenvlees, fijne vleeswaren
- zuivelproducten: boter, kaas, room, gebak op basis van zuivelproducten
- sommige plantaardige producten: palmolie, kokosolie, cacaoboter.
De frituuroliën
De hoge temperaturen tasten de vetzuren aan, zodat deze uiterst kankerverwekkend worden en schadelijk voor de slagaders.
Vetzuren en hydrogenering
Hydrogenering is een industrieel proces waarbij oliën stollen in contact met waterstof, wat hun behandeling vereenvoudigt. Zo worden onverzadigde vetzuren die normaal vloeibaar zijn en die heilzaam zijn voor de hart- en bloedvaten omgevormd tot voor de gezondheid schadelijke verzadigde vetzuren.
Vetzuren en shortening
Plantaardige oliën worden aangelengd met verzadigde dierlijke oliën en vervolgens gehydrogeneerd tot een vast vet. Deze methode vereenvoudigt de bereiding en verbetert de stevigheid van industrieel bereide taarten en gebakjes.
Vetzuren en isomerisatie
Deze vetzuren ontstaan wanneer plantaardige oliën rijk aan meervoudig onverzadigde vetzuren gehydrogeneerd worden. Deze methode wijzigt de structuur van de vetzuren en verhoogt hun hardheid. Zij stollen dus ook op kamertemperatuur, net zoals de verzadigde vetzuren. Maar zodra hun structuur gewijzigd is - zij worden dan transvetzuren genoemd - krijgen deze vetzuren andere eigenschappen: er treedt een stijging op van de 'slechte' cholesterol, een daling van de 'goede' en de kans op de vorming van bloedklonters in de slagaders verhoogt.
Opgelet, de transvetten worden niet verplicht vermeld op de verpakkingen. Al zijn ze even schadelijk als verzadigde vetzuren, toch worden zij beschouwd als onverzadigde vetten, terwijl zij hun eigenschappen verloren hebben en omgekeerd de eigenschappen van verzadigde vetzuren aangenomen hebben.
Voedingsmiddelen die 'slechte' omgevormde vetzuren bevatten (hoge temperatuur, hydrogenering of isomerisatie):
- margarines
- in frituurvet gebakken frietjes, oliebollen, gepaneerde voedingsmiddelen
- patisseriegebakjes, aperitiefkoekjes
- industrieel bereid gebak (cookies, muffins, patisserieroom,...)
- industrieel bereide croissants, chocoladebroodjes,...
- vet vlees (schapenvlees, varkensvlees, sommige stukken rundvlees)
- bereidingen op basis van industriële vetten.
Dr. Franck Senninger, "Un coeur en forme: les bonnes règles alimentaires", Uitgeverij Jouvence.