Glaucoom is een oogaandoening met een sluipend verloop. De ziekte evolueert zonder dat er sprake is van pijn en in het begin tast ze de gezichtsscherpte niet aan. Als de ziekte te laat wordt opgespoord, kan ze tot blindheid leiden. De diagnose van glaucoom moet gebeuren bij een oogarts, een arts die men overigens regelmatig en systematisch moet raadplegen voor een controle.
Glaucoom: een sluipende aandoening
Glaucoom gaat gepaard met een verhoogde intra-oculaire druk of oogdruk, die tot het onomkeerbaar verlies van het gezichtsveld leidt door de weefsels in de oogzenuw aan te tasten. In het begin blijft de ziekte vaak onopgemerkt omdat ze geen pijn veroorzaakt en de centrale gezichtsscherpte niet aantast. Het is belangrijk dat de aandoening vroegtijdig opgespoord wordt. Als er sprake is van een verminderd zicht, is de ziekte al in een gevorderd stadium van glaucoom en is de prognose niet rooskleurig, ook niet wanneer er een adequate behandeling ingesteld wordt.
Men schat het aantal Belgen met deze oogaandoening op 200.000. Bij de helft van die mensen zou de ziekte nog niet opgespoord zijn.
Wat zijn de risicofactoren van glaucoom?
- Een verhoogde intra-oculaire druk.
- Ouder zijn dan 40 jaar.
- Een familiale voorgeschiedenis van glaucoom.
- Myopie.
Sommige cardiovasculaire aandoeningen. - De etnische afkomst (bvb mensen uit Zwart-Afrika of de Antillen).