GI staat voor 'glykemische index'. Deze index wijst op de snelheid waarmee de suiker die in een bepaald voedingsmiddel aanwezig is, opgenomen wordt in het bloed: hoe sneller de suiker in het bloed terechtkomt, hoe hoger de glykemische index. De GI speelt een rol bij verschillende diëten die in de loop van het vorige decennium opgekomen zijn.
Het referentievoedingsmiddel is glucose, met een index van 100. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen voedingsmiddelen met en hooge GI wanneer deze boven de 70 ligt. Die met een matige GI bevinden zich tussen index 58 en 69 en die met een lage GI bevinden zich onder de 55.
"Het GI vermageringsdieet: hoe gewicht verliezen door zijn bloedsuikerspiegel te beheersen" is de titel van een werk uitgebracht door een collectief van journalisten in 2007 (oorspronkelijke titel: Le régime I G minceur : comment perdre du poids en maîtrisant son sucre sanguin). Dit dieet is vervolgens door andere journalisten overgenomen. En zijn doeltreffend is door meerdere onderzoeken bewezen.
Het principe van het GI-dieet
Het komt erop aan zo weinig mogelijk voedingsmiddelen met een hoge glykemische index te gebruiken en de voorkeur te geven aan voeding met een lage glykemische index. U moet met andere woorden goed het onderscheid maken tussen de verschillende koolhydraten.
Er is geen enkele andere beperking.
De voordelen van het GI-dieet
- U mag bijna alles eten en het is een evenwichtig dieet, waarbij geen risico is op bepaalde tekorten. Het in de mate van het mogelijke vermijden van suiker, alsook van suikerhoudende producten en dranken kan alleen maar positief zijn.
- De voorstanders van het dieet spreken van een verlies van 200 tot 300 g vet (dus ook gewicht) per week: men vermagert dus langzaam en men neemt tegelijkertijd goede voedingsgewoonten aan. Lichaamsbeweging wordt sterk aangeraden.