Het "Agence francaise de sécurité sanitaire des aliments" (Frans Agentschap voor Voedselveiligheid) publiceerde onlangs een rapport over hoe het in Frankrijk zit met de consumptie van suiker en gesuikerde producten. Het rapport spaart de voedingsindustrie niet. Die krijgt van de experts het verwijt dat ze te weinig (duidelijke) informatie aanbrengt op de etiketten.
In de voedingsindustrie worden suikers niet alleen gebruikt om hun zoetvermogen. Ze dienen ook als substraat voor het gisten, koken, bewaren of invriezen. In sommige gevallen fungeren ze ook als textureermiddel. Minder suiker gebruiken, is dan ook een levensgroot probleem voor de industrie, want zoetstoffen (zoals aspartaam) missen de bijzondere technologische eigenschappen van suiker. Sommige eetwaren zoals melkproducten en gesuikerde dranken daarentegen bevatten vandaag veel meer suikers dan nodig. Het Franse voorbeeld geeft al een goed idee van wat wellicht ook bij ons gebeurt.
Niet de suiker in koffie
Vandaag is bij onze zuiderburen meer dan 70 % van de consumptie van sacharose (klontjes suiker) afkomstig van verwerkte producten. Vóór 1970 kwam meer dan 60 % uit tafelsuiker Hoe is die trendomkeer te verklaren? De voorbije vijftien jaar is de consumptie van diverse sterk gesuikerde producten letterlijk geëxplodeerd: + 26 % voor gesuikerde gashoudende frisdranken , +77 % voor vruchtensappen, +31 %. voor koekjes en +50 % voor yoghurt en melkdesserts. De consumptie van tafelsuiker, fruit en melk daarentegen is veeleer gedaald (- 29 % in 10 jaar tijd).
Chocolade stagneert
Vreemd genoeg komen zoetigheden en chocolade niet voor op deze erelijst. Hun consumptie stagneert, vooral die van chocolade (gemiddeld 5 kg/jaar/inwoner). Die trend is ook bij ons merkbaar. De voorbije tien jaar schommelde het chocoladeverbruik steeds rond iets meer dan 9 kg per inwoner per jaar (we zijn het chocoladeland of we zijn het niet!). Dat geeft te denken nu er plannen zijn om snoepautomaten in scholen te verbieden Andere vaststelling: de voedingsindustrie gebruikt steeds meer glucose- en fructosesiropen (bijvoorbeeld in gesuikerde dranken) in plaats van sacharose. Die stijging, in combinatie met de duidelijke stagnering van sacharose (gesuikerde producten compenseren de gedaalde suikerconsumptie), vertaalt zich in het toegenomen verbruik van de totale koolhydraten.