Het is weer volop pollenseizoen, tot grote ergernis van allergielijders. Een goede gelegenheid om eraan te herinneren dat allergische rinitis een ziekte is die absoluut behandeld moet worden. Grassen, huisstofmijten, huisdieren, schimmels: er bestaan wel degelijk middelen om de symptomen te verlichten, ongeacht het allergeen in kwestie.
Geneesmiddelenbehandeling van allergische rinitis
Zodra de diagnose "allergische rinitis" is gesteld en het bewuste allergeen opgespoord, worden er vermijdingsstrategieën ontwikkeld. Die zijn echter vaak heel moeilijk toe te passen en bovendien ontoereikend.
In dat geval moet een niet-sedatief antihistaminicum of een corticoïd (in de vorm van een neusspray) voorgeschreven worden. Dat laatste geneesmiddel krijgt de voorkeur als de patiënt vooral last heeft van verstopte neus. Is er na één week geen aanzienlijke verbetering, dan kan er overgeschakeld worden op de andere geneesmiddelenklasse of kunnen beide gecombineerd worden.
Blijft er een ernstige neusobstructie bestaan, dan worden er soms vasoconstrictoren (vaatvernauwers) voorgesteld. Die zijn echter alleen geschikt voor kort gebruik (van één week tot maximaal tien dagen).
Follow-up en preventie
De behandeling moet worden voortgezet zolang de symptomen aanhouden, dus bijvoorbeeld gedurende het hele pollenseizoen, tijdens de wintermaanden bij huismijtallergie en zelfs het hele jaar door bij polysensibilisatie.
Gaat het om een seizoensallergie, dan moet de behandeling het jaar daarop herhaald worden en gestart worden vóór het begin van de klachtenperiode.
Houden de symptomen aan, zijn ze atypisch of is er sprake van onverklaarbare recidieven (herval), dan is er een grondig KNO-onderzoek nodig, bijvoorbeeld om een eventuele neuspolypose (een chronische ontstekingsziekte) op te sporen.