Dit gezegde blijkt vaak te kloppen. Steek dus eens uw licht op bij uw moeder: ze kan u heel waardevolle informatie geven, met name op het vlak van gezondheidspreventie. U moet minstens twee dingen weten: 1° Heeft uw moeder borstkanker gehad? 2° Op welke leeftijd kreeg ze haar menopauze?
Wat u moet weten over de andere risicofactoren voor borstkanker
Een vrouw van wie de moeder of de zus al borstkanker heeft gehad, loopt twee keer meer risico dan andere vrouwen om op haar beurt borstkanker te krijgen. Vandaar dat het zo belangrijk is om informatie in te winnen over de familiale antecedenten.
Is dat het geval, doe dat dan in uw voordeel uitdraaien: ga nog meer op medische controle dan de anderen, minstens één keer per jaar, en vergeet niet om deze waardevolle informatie over uw familiale antecedenten door te geven aan uw huisarts of gynaecoloog.
Wat u moet weten over de andere risicofactoren voor borstkanker
- Het risico op borstkanker is hoger bij vrouwen die zowel vroeg zijn beginnen te menstrueren als laat in de menopauze zijn gekomen.
- Vrouwen die geen kinderen hebben of hun eerste kind pas hebben gekregen na hun dertigste, lopen eveneens meer risico.
- Zowat 15 % van alle vrouwen die behandeld zijn voor borstkanker, krijgen ook kanker aan de andere borst en moeten dus grondig medisch gevolgd worden.
Ik zou in de menopauze komen... op dezelfde leeftijd als mijn moeder!
Uit heel wat wetenschappelijke gegevens blijkt dat vroegtijdige menopauze een verhoogd risico inhoudt op osteoporose. Vóór 50 jaar in de menopauze komen, is inderdaad een risicofactor voor osteoporose. Ook hier mag u echter niet fatalistisch denken. Er bestaan vandaag immers goede preventiemethoden, en als u dan toch de ziekte krijgt, kan die doeltreffend behandeld worden.