Het aantal voedselallergieën zou de voorbije twintig jaar nagenoeg verdubbeld zijn. Vermijding blijft vandaag dan ook de beste preventie, plus langdurige borstvoeding en voedingsdiversificatie vanaf zes maanden, niet vroeger...
Op 12 en 13 januari hadden in het Pasteur-instituut in Parijs de traditionele JONAS-dagen plaats. Op het menu: voedselallergieën, die zich met duizelingwekkende snelheid naar de top van de meest voorkomende ziekten aan het werken zijn. Volgens de WGO is het al de zesde belangrijkste ziekte op wereldvlak, en inderdaad: het is overal ter wereld een echt volksgezondheidsprobleem geworden, ook al slaat het nog altijd vooral toe in de ontwikkelde landen.
Koemelk: de grootste boosdoener
4 tot 7 % van alle kinderen loopt voortaan risico om allergisch te worden. Een in Frankrijk uitgevoerde enquête die becommentarieerd werd door dr. Jean-Pierre Chouraqui (kinderarts in Grenoble) brengt enkele waardevolle gegevens aan het licht over het profiel van het allergische kind. De ziekte wordt opgespoord op een gemiddelde leeftijd van drie en een half jaar, en de meest voorkomende allergie is koemelkallergie (15,9 %), gevolgd door allergie voor eieren (12,6 %) en schaalvruchten (aardnoten bijvoorbeeld; 10,4 %).Met uitzondering van schaalvruchten verdwijnen die "ernstige" allergieën uiteindelijk, meestal vóór het vijfde levensjaar.
Allergisch voor het leven?
Nieuw is dat veel producten het hele jaar door verkrijgbaar zijn. Daardoor komen allergieën die vroeger zeldzamer waren, zoals die voor exotische vruchten (kiwi's, ), walnoten, sesamzaad of schaaldieren, vandaag meer voor. Maar ook al verdwijnt melkintolerantie met de jaren, ze kan vervangen worden door andere allergieën. Een allergisch kind maakt veel kans om als volwassene allergisch te blijven, ook kunnen er andere boosdoeners in het spel zijn. Bovendien lopen allergische kinderen ook risico op astma.