Pijnpleisters zijn in theorie een perfecte oplossing. Ze dienen continu een dosis medicatie tegen de pijn toe, meestal is dat een opiumhoudend middel. Op die manier heeft de patiënt een comfortabeler leven en hoeft hij er niet voortdurend aan te denken om een pijnstiller te nemen. Helaas liggen de zaken in werkelijkheid iets ingewikkelder...
Overdosis door gebrek aan kennis
Dr. Jacky Botterman van het AZ Sint-Lucas in Gent onderzocht over een periode van drie jaar 460 patiënten die in het palliatief centrum van het ziekenhuis werden binnengebracht. Daarbij viel op dat patiënten die de medicatie toegediend kregen via een transdermale patch of pijnpleister, veel hogere dosissen waren toegediend dan patiënten bij wie een behandeling met morfine was opgestart. In 2008, in ruim de helft van de gevallen was er sprake van een onaangepaste en gevaarlijke dosis. De overdosis was vaak het gevolg van een gebrek aan kennis bij de patiënt en de behandelende arts. De vrees voor morfine heeft plaats gemaakt voor een te groot enthousiasme voor de pijnpleister, aldus dr. Botterman.
Pijnpleisters hebben in het verleden duidelijk hun plaats binnen de pijnbestrijding verdiend. Zeker voor patiënten met darmobstructie of slikproblemen blijft een pijnpleister noodzakelijk. Maar ondanks hun bewezen veiligheid en efficiëntie, houdt het voorschrijven van pijnpleisters belangrijke risico's in.
In het verleden heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) de voorkeur gegeven aan een orale toediening van pijnstillers in plaats van via de pijnpleister, in de eerste plaats omwille van de veiligheid. Omdat de opname oraal sneller gebeurt dan bij een pijnpleister, is er een betere controle mogelijk. Vandaar dat patches niet aangewezen zijn bij acute of onstabiele pijn. Nadelen van een pijnpleister zijn verder dat de opname afhankelijk is van de lichaamstemperatuur en de huid van de patiënt. Ten slotte kunnen pijnpleisters ook huidirritaties veroorzaken en kunnen ze losraken.
Pijnpleisters minder flexibel
Tweede argument is de mindere flexibiliteit voor de arts om de dosis bij een pijnpleister aan te passen aan de noden van de patiënt. Door de tragere opname kan de arts minder snel ingrijpen. Bovendien duurt het na de verwijdering van de patch enkele uren tot dagen voor alle concentraties zich weer op het oorspronkelijke niveau bevinden.
Als derde en laatste argument stelt dr. Botterman dat een orale toediening gebruiksvriendelijker is en eenvoudiger. Bij het aanbrengen van de patch moeten immers heel wat voorzorgsmaatregelen genomen worden. En die worden niet altijd even goed opgevolgd.
Dr. Jacky Botterman, AZ Sint-Lucas, Gent. Persbericht, europese week tegen pijn.