Niet iedereen komt even snel of gemakkelijk bij. Sommige mensen kunnen zich volstouwen zonder een grammetje aan te komen. Andere verdikken al als ze nog maar naar een reep chocolade durven kijken. Het verschil zit hem helemaal in ons metabolisme.
Bijkomen: een kwestie van stofwisseling
Iedereen weet het onderhand wel: als we niet willen verdikken, moeten we evenveel of meer energie verbranden dan we via onze voeding binnenkrijgen. Maar dat doel halen we niet alleen door regelmatig te sporten. Ook ons metabolisme, dat is de manier waarop ons lichaam energie verbruikt, speelt een grote rol. En dat metabolisme bepaalt ook waarom sommige mensen slank blijven zonder er moeite voor te hoeven doen en waarom andere een constant gevecht moeten leveren tegen overgewicht. Om alles beter te begrijpen moeten we goed onderscheid leren maken tussen de drie voornaamste manieren waarop ons lichaam energie verbrandt. We nemen ze even onder de loep.
1)Het basismetabolisme
Onder het basismetabolisme wordt al het energieverbruik verstaan dat nodig is voor de instandhouding van de vitale functies van het lichaam. Dat zijn de ademhaling, de bloedsomloop, de spijsvertering, de hersenactiviteit, enz. Op het moment dat u bijvoorbeeld dit tekstje leest, verbranden uw hersenen calorieën. Hetzelfde geldt voor uw hart dat aan het kloppen is. Of voor de spieren van uw ademhalingsstelsel die uw borstkas doen uitzetten om lucht in de longen te laten. En ook voor het op peil houden van uw lichaamstemperatuur verbrandt uw lichaam calorieën. We kunnen niet veel doen om het verbruik van het aantal calorieën in het basismetabolisme te verhogen…. behalve dan de ontwikkeling van de cellen bevorderen die meer energie verbruiken, de cellen van de spieren dus. De vetten daarentegen verbruiken zo goed als niets. Dat maakt dat onze vetrolletjes niet alleen ontsieren, maar ook een heuse hindernis zijn als we iets willen doen aan ons overgewicht. Een goed afslankingsprogramma houdt dus altijd een fase van spierversterking in om zo het metabolisme te verhogen.