Het spiraaltje

De betrouwbaarheid van elke methode wordt uitgedrukt met de Pearl-index. Die geeft het aantal zwangerschappen aan bij honderd koppels die een jaar samenleven en die deze methode gebruiken (bij wijze van voorbeeld: de Pearl-index voor de pil is 0 tot 0,43).

Betrouwbaarheid en gebruikswijze van het spiraaltje

• Het is nog altijd de tweede meest gebruikte vorm van anticonceptie. Het wordt vaak voorbehouden voor vrouwen die al een bevalling achter de rug hebben, maar het kan perfect geplaatst worden bij een vrouw die nog nooit een kind gehad heeft.
• Het is heel betrouwbaar en heeft een Pearl-index van 0,5 tot 3.
• Het werkt zo: bij contact met het baarmoederslijmvlies veroorzaakt het een ontstekingsreactie waardoor het eitje zich niet in het slijmvlies kan nestelen.
• Het is meestal van koper of bevat progesteron (in dat geval wordt er lokaal progesteron afgescheiden, waardoor de contraceptieve werking van het apparaatje vergroot en het baarmoederslijmvlies dunner wordt. Dat kan heel nuttig zijn bij vrouwen die overvloedige maandstonden hebben).

Plaatsen van het spiraaltje en controle

• Het wordt aangebracht in de praktijk van de arts tijdens de laatste dagen van de maandstonden of net na het stoppen van de maandstonden. In die periode is het plaatsen het makkelijkst en minst pijnlijk en is men ook zeker dat de vrouw in kwestie niet zwanger is. Het inbrengen is niet of maar lichtjes pijnlijk. Na het plaatsen zijn lichte krampen en kleine bloedingen wel mogelijk. Het spiraaltje moet om de drie of vier jaar vervangen worden. Het verwijderen is in principe eenvoudig en pijnloos.
• Normaal wordt een maand erna een consultatie ter controle voorzien. De arts gaat dan na of het spiraaltje goed zit en goed verdragen wordt.

• 1
• 2
• Volgende pagina