Tongfilets met cantharellen

Schil de gember en snij hem in lange dunne reepjes. Leg ze in een pan met antiaanbaklaag en zet de pan op een zacht vuurtje tot de gemberreepjes knapperig worden. Zet ze opzij.
Maak de cantharellen schoon of ontdooi ze. Neem er de 12 kleinste uit en zet de rest opzij.
Strooi wat zout en peper over de tongfilets. Rol de filets op, maar leg er eerst een kleine cantharel in. Maak vast met een houten prikker. Vet met een kwastje een ovenschotel in met een scheut olijfolie en leg er de tongfilets in. Giet de helft van de wijn erbij. Dek de schotel af met een vel aluminiumpapier.
Pel de sjalotjes en versnipper ze.
Verwarm de oven voor op 200°C.
Zet de schotel met de vis 15 minuten in de oven.
Verhit 1 eetlepel olijfolie in een braadpot en stoof de sjalotjes glazig.
Doe de cantharellen erbij, bestrooi met zout en bak ze 5 minuten op een hoog vuur. Haal ze met een schuimspaan uit de pot en houd ze warm. Laat het braadvocht van de cantharellen in de pot staan.
Leg de gare tongfilets in een schotel en houd die warm.
Giet het braadvocht van de vis in de pot bij het vocht van de cantharellen. Giet de rest van de wijn erbij en laat 2 tot 3 minuten koken tot de saus met een derde is geminderd. Doe dan de room erbij, roer goed en laat nog eens koken tot de saus mooi smeuïg is. Proef en breng eventueel verder op smaak met zout en versgemalen peper.
Doe de cantharellen weer in de pot en warm ze op. Roer voorzichtig en leg ze dan rond de tongfilets.
Prik in elke filet een reepje knapperige gember en dien op.

U kunt de gember en de vis de dag voordien voorbereiden. Hou de gember goed droog en zet de vis in de koelkast. Bak de cantharellen terwijl u de vis bakt. Haal de schotel vroeg genoeg uit de koelkast en laat de vis op temperatuur komen voor hij de oven in gaat.
Dit gerecht is ook lekker met filets van andere vissoorten en met gewone paddenstoelen.