Blog : " Blog van de redactie "
Dat is althans de doelstelling van de Wereldgezondheidsorganisatie, die een oproep doet aan de lidstaten.
De WGO (Wereldgezondheidsorganisatie) organiseert in september een ontmoeting die zal gewijd zijn aan de preventie van niet-overdraagbare ziekten, zoals cardiovasculaire ziekten, diabetes of kanker. Deze ziekten hangen nauw samen met onze levenswijze, in het bijzonder met onze voeding. In de loop der jaren werd dit reeds duidelijk aangetoond door verschillende studies. Wat de risico's op overlijden betreft, staat obesitas wereldwijd niet voor niets op de vijfde plaats…
Bijgevolg buigt de WGO zich over de levenswijze van onze kinderen, meer bepaald over hun voeding. Deze is vaak niet wat ze zou moeten zijn om cardiovasculaire ziekten, diabetes of kanker te voorkomen. Omdat ze te rijk is aan slechte vetten (transvetten), suiker en zout, is die voeding zelfs een risicofactor. Volgens de WGO, is het dus van het allergrootste belang de voeding van onze kinderen aan te pakken. De mogelijkheden waarover de voedselproducenten beschikken om hun producten bij kinderen aan te prijzen, moeten bijgevolg beperkt worden.
Het is niet de taak van de WGO om rechtstreekse aanbevelingen inzake marketing aan de producenten op te leggen. Daarom richt de organisatie zich eerder tot de lidstaten. De WGO geeft raadgevingen om een bepaalde koers te varen: het is namelijk de bedoeling de kinderen inzake voedingsproducten te beschermen tegen een overdreven blootstelling aan reclameboodschappen. Het gaat in het bijzonder om producten die te veel zout, suiker en slechte vetten bevatten.
De WGO is een vermaarde organisatie waarvan de reputatie nochtans begint te wankelen. Bovendien worden openbare initiatieven die onze voedingsgewoonten willen 'verbeteren' niet altijd even goed ontvangen. We kunnen er ons over verheugen omdat we er uiteindelijk allemaal voordeel bij hebben om zo gezond mogelijk te eten. We kunnen ons ook ergeren aan de inmenging van de Staat op een gebied dat uiteindelijk persoonlijk is. Ook op dat gebied houden we van onze vrijheid. Wat vindt u ervan? Zou onze regering (de toekomstige, virtuele of die van lopende zaken) meer moeite moeten doen om de invloed te beperken die de voedingsreclame op onze kinderen uitoefent? Of vindt u dat dit onderwerp in de privésfeer moet besproken worden en dat de ouders uiteindelijk zelf moeten beslissen wat hun kinderen al dan niet eten?