Schrijft uw kind met zijn neus op zijn schrift geplakt, heeft het hoofdpijn of fronst het zijn wenkbrauwen bij het lezen? Misschien zijn dat wel tekenen dat er iets aan zijn ogen schort!
Maak alvast een afspraak bij de oogarts. Hieronder vindt u intussen enkele aanwijzingen die u kunnen helpen om oogaandoeningen zoals bijziendheid, hypermetropie of astigmatisme te herkennen.

Goed zien op school is essentieel
Goed zien is van cruciaal belang om op school te kunnen volgen - op het bord, om in een schriftje te schrijven, om een boek te lezen, om informatie te zoeken op internet, enz..
Volgens de Franse vereniging voor verbetering van het gezichtsvermogen ASNAV heeft 25% van de leerlingen in de basisschool een probleem met de ogen.
Wacht dus niet tot de schoolresultaten van uw kind dramatisch verslechteren om te laten controleren of het wel goed ziet!
Laat bij een oogarts een visuele check-up doen om eventuele oogaandoeningen bij uw kind op te sporen. De arts zal ook oplossingen voorstellen op maat van uw kind om zijn gezichtsvermogen te verbeteren.
In afwachting van dat onderzoek geven we u alvast elementen waarmee u de respectievelijke eigenschappen van bijziendheid, hypermetropie en astigmatisme kunt onderscheiden.
Is mijn kind bijziend?
Als uw kind met zijn neus op zijn boeken zit als het schrijft of tekent en als het heel dicht bij de televisie of bij het scherm van zijn pc gaat zitten, is het waarschijnlijk bijziend. Ook als het werkt met een van zijn ogen dichtgeknepen, wijst dat op bijziendheid.
Deze oogaandoening is toe te schrijven aan een te grote oogaslengte (te lang oog). Als uw kind in de verte kijkt, vormt het beeld zich daardoor vóór het netvlies en zal het de voorwerpen in de verte wazig zien. Het zicht van nabij daarentegen is niet aangetast.
Persdossier Essilor, 2012.