Zo’n 30% van de kinderen jonger dan 15 jaar heeft een of andere allergie. Allergieën zijn daarmee de op drie na meest voorkomende chronische ziekte. Preventie is dus cruciaal, maar slechts weinig maatregelen zijn tot dusver ook doeltreffend gebleken. Welke maatregelen kunnen we dan wel nemen om voedselallergieën te voorkomen?
De primaire preventie van voedselallergieën
De preventie van voedselallergieën kan al op heel jonge leeftijd beginnen, al van bij de geboorte (zelfs al tijdens de zwangerschap, zoals uit sommige studies blijkt voor pindanoten) - al is er natuurlijk geen vaste garantie. De traditionele maatregelen zijn:
- Zo lang mogelijk de borst geven, zeker vier tot zes maanden. Hou wel in de gaten of de baby geen eczeem krijgt. In dat geval gaat het allicht om een voedselallergie via de moedermelk.
- Voor baby’s die niet of maar gedeeltelijk gezoogd worden en die de melk weer opgeven, die darmkolieken hebben of een verhoogd risico op een allergie lopen, bestaat er speciale melk (volledig of gedeeltelijk gehydrolyseerde melk waarbij de melkeiwitten bewerkt zijn).
- Niet te vroeg overschakelen op een gevarieerde voeding, zeker niet voor de vierde levensmaand, en bij kinderen waarvan de ouders, zussen of broers astma, eczeem of een luchtwegenallergie hebben pas vanaf de zesde levensmaand.
- Het nog later invoeren van eieren en vis is tot dusver niet nuttig gebleken.
Het invoeren van de verschillende levensmiddelen moet wel altijd heel geleidelijk aan gebeuren.
Altijd beginnen met plantaardig voedsel (eerst met wortelen, boontjes, appelen en peren), maar niet wachten tot de baby een jaar of 18 maanden is om ook eieren en vis in te voeren. - Niet diëten tijdens de zwangerschap en de zoogtijd.
Deze zogeheten primaire preventie van voedselallergieën moet bij kinderen waarvan in het gezin allergieën voorkomen gevoelsmatig gebeuren. Als beide ouders astma, atopisch eczeem of hooikoorts hebben, loopt het kind 50 tot 80% kans om zelf ook een allergie te ontwikkelen. Dat risico zakt naar 20 tot 40% als slechts een van de ouders of broers en zussen een allergie heeft. Als niemand in het gezin een allergie heeft, bedraagt het risico voor het kind toch nog altijd 15%.
Roken en elke vorm van passief roken is in de preventie van allergieën uit den boze, en dat zowel tijdens de zwangerschap als tijdens de borstvoeding.. Er bestaat anderzijds geen enkel bewijs dat het bannen van gezelschapsdieren of het vermijden van de crèche zou rechtvaardigen.
Voedselallergieën en preventie van recidieven
Er bestaan ook preventieve maatregelen om recidieven te vermijden. Dit zijn er enkele:
- Na het eerste optreden van een allergie, de bevestiging van de diagnose en de eindconclusies van de allergoloog moet u zich nauwgezet houden aan het voorgeschreven dieet. Daarin worden de levensmiddelen geschrapt waarvoor u allergisch bent.
- Lees altijd aandachtig de verpakking van de industriële waren.
- Neem contact op met verenigingen die gespecialiseerd zijn in allergieën en sluit u aan bij patiëntenverenigingen.