Nu het nieuwe werkjaar van start is gegaan, moeten we onze hersenen weer op volle kracht laten draaien. Er bestaat een uitstekende remedie om ze te behoeden voor stress, overbelasting of een dipje: stel uw maaltijden met zorg samen, want sommige levensmiddelen zijn bijzonder goed voor de hersenen. Waarom zouden we ze ons dus ontzeggen?

- Goed voor de werking van de hersenen: vette vis
- Levensmiddelen met een lage glykemische index voor energie
- Eet eieren voor uw synapsen
- Peulvruchten tegen depressies
- Fruit en groenten: rijk aan antioxidanten
- Magnesium in walnoten en amandelen
- Rozemarijn en kurkuma voor het geheugen
- Voorbeeld van maaltijden met producten die onze hersenen nodig hebben
Goed voor de werking van de hersenen: vette vis
Als kind bent u vast aangemoedigd om vis te eten met het argument dat vis goed is voor het geheugen. En dat is ook zo! Onze hersenen zijn stevige verbruikers van vetzuren, en die kunnen we ze leveren via ons voedsel. Vooral de omega 3-vetzuren - meer bepaald DHA (docosahexaeenzuur) - zijn voor de hersenen belangrijk.
“De hersenen zijn voortdurend aan herschikking onderhevig. Verbindingen tussen neuronen houden op te bestaan, andere komen tot stand. DHA is de belangrijkste stof voor de aanmaak van nieuwe neuronen (neurogenese)”, schrijft Bernard Doutres in zijn boek ‘Un cerveau au top’.
DHA is te vinden in vette vis zoals haring, sardientjes, makreel, tonijn en zalm. Vóór het zestigste levensjaar een of twee keer per week vis eet en daarna twee tot drie keer per week helpt de hersenfuncties in stand houden en voorkomt beroertes. In de keuken gebruikt u best koolzaadolie, lijnzaadolie, walnotenolie of camelina-olie. Die bevatten veel omega 3.
Lectuurtip: drie tips om het verouderen van de hersenen tegen te gaan
Levensmiddelen met een lage glykemische index voor energie
Onze hersenen vertegenwoordigen maar 2% van ons totale lichaamsgewicht, maar ze hebben wel aan één stuk door energie nodig. Het bewijs: ze verbruiken 40% van de koolhydraten in ons voedsel. Maar vergeet de theorie van de trage en snelle suikers, want die is intussen achterhaald. Kijk eerder naar de glykemische index (GI) van voedingsmiddelen. Dat is een maat om aan te geven hoe snel een voedingsmiddel glucose in het bloed verspreidt.
Levensmiddelen met een lage glykemische index (peulvruchten, fruit en groenten, volle granen, muesli, magere yoghurt, enz.) moeten op uw bord een ereplaats krijgen, want ze doen de bloedsuikerspiegel na het eten maar lichtjes stijgen. Levensmiddelen met een hoge GI (wit brood, gekookte aardappelen, cornflakes, frieten, gebak, enz.) doen de bloedsuikerspiegel dan weer fors stijgen en maken dat onze concentratie en aandacht verzwakken als de glucosespiegel weer daalt.
Een Amerikaanse studie die 70. 000 vrouwen in de menopauze heeft gevolgd, heeft een verband aangetoond tussen het risico op een depressie en voedsel met een hoge GI.
- 1
- 2
- 3
- 4
- Volgende pagina
Op basis van een interview met Bernard Doutres, apotheker gespecialiseerd in voeding en dieetvoeding, auteur van ‘Un cerveau au top’, uitgeverij Thierry Souccar, 2014.