Moeten we joggen voor onze gezondheid of is wandelen beter?
Het antwoord hangt af van wat u er precies mee wilt bereiken. Maar doe in ieder geval wat u graag doet!

Wie wil vermageren, kan beter joggen
Als u enkele kilo’s kwijt wilt, is joggen doeltreffender dan wandelen. Dat is alvast de conclusie van een studie die dit jaar is verschenen (1). Daaruit blijkt dat bij een gelijke hoeveelheid verbruikte energie joggers het meeste gewicht kwijtraken.
Wandelaars eten meer na het wandelen dan ze verbranden
De studie is wel verricht in omstandigheden van het reële leven. Het zou dus kunnen dat er naast lichamelijke activiteit nog een andere factor in het spel is. Zo heeft een andere studie vorig jaar aangetoond dat wandelaars na een bewegingssessie meer eten dan joggers. De joggers aten 200 calorieën minder dan ze hadden verbruikt, de wandelaars compenseerden hun inspanning niet alleen, ze aten zelfs 50 calorieën meer dan de wandeling ze had gekost (2).
Maar puur voor de gezondheid is wandelen minstens even goed!
Andere studies die onderzoek hebben gedaan naar de voordelen van sport voor de gezondheid tonen dan weer aan dat wandelen soms zelfs beter scoort.
Zo verlagen wandelaars hun risico op hypertensie, verhoogde cholesterol, diabetes en hartziektes meer dan joggers (3). Voor alle duidelijkheid: joggers zijn er veel beter aan toe dan mensen die niet of nauwelijks bewegen! Dat staat gewoon buiten discussie.
Bewegen om uw ogen te redden
Een ander gezondheidsvoordeel waarvoor wandelaars en joggers vergeleken zijn, is de preventie van cataract (4). En daar gaan beide gelijk op: bewegen heeft een heilzaam effect voor uw ogen, de snelheid doet er niet toe!
(1) Williams, PT et al., Medicine and Science in sports and exercise, april 2013. Doi 10.1249/MSS.0b013e31827b0d0a.
(2) Larson-Meyer, E. et al., Journal of Obesity, 2012. Doi : 10.1155/2012/730409
(3) Williams, PT et al., Arteriosclerosis, thrombosis and vascular biology, mei 2013. Doi : 10.1161/ATVBAHA.112.300878
(4) Williams, PT et al., Medicine and Science in sports and exercise, juni 2013. Doi : 10.1249/MSS.0b013e31828121d0