Snurken op zich is niet gevaarlijk. Als het snurken echter gevolgen heeft voor de gedragingen van het kind, gaat het wellicht om het slaapapneusyndroom, dat in elk geval moet behandeld worden.

Snurkt uw kind?
Een kind dat snurkt, slaapt dikwijls slecht. Dit heeft een weerslag op zijn gedrag en gezondheid: een moeilijke ademhaling, adempauzes met een luidruchtige herneming, een bewogen slaap waarbij het kind vaak even wakker wordt, maar 's morgens moeilijk kan opstaan, de neiging om opnieuw in bed te plassen, enz. En overdag is het kind slaperig, vermoeid of integendeel onrustig en zelfs hyperactief. Het kind is prikkelbaar, agressief, onvriendelijk, heeft problemen met de concentratie en het geheugen, en scoort zwak op school, een probleem dat soms plots opduikt. Men stelt eveneens vast dat de ontwikkeling van lichaamslengte en -gewicht vertraging oploopt. Het kind heeft ook zeer vaak een obstructie en heeft daardoor de neiging om door de mond te ademen.
En als het nu eens ging om het slaapapneusyndroom?
Wat is het probleem? Het kind heeft last van het slaapapneusyndroom. De slaap wordt onderbroken door talrijke ademhalingsstilstanden, waardoor de zuurstoftoevoer in het bloed vermindert. De onderbrekingen duren slechts enkele seconden, waarna de ademhaling telkens min of meer luidruchtig herneemt, wat de oorzaak is van het snurken.
Het slaapapneusyndroom treft 2 tot 3% van de kinderen, vooral tussen 2 en 6 jaar. Het syndroom komt iets meer voor bij jongens dan bij meisjes. We stellen vast dat 40% van de kinderen die wegens snurken een arts raadplegen, last hebben van het slaapapneusyndroom.