PUBLICITÉ

Wanneer pijn een ziekte op zich wordt...

Geüpdatet door Stéphanie Koplowicz, gezondheidsjournaliste op 27/10/2015 - 10h33
-A +A

Pijn is een fenomeen dat we allemaal kennen.

Want of het nu de slag van een hamer op de vinger, tandpijn, lendepijn of een chirurgische ingreep is, iedereen krijgt er vroeg of laat mee te maken. Het moeilijke in de behandeling van pijn is dat ze uiterst subjectief is.

De perceptie van pijn wordt beïnvloed door onze cultuur, onze opvoeding en de manier waarop men ermee geconfronteerd wordt, zoals bijvoorbeeld in geval van pijn door een ernstige ziekte.

PUB

Pijn kan in twee grote types worden ingedeeld: acute en chronische pijn

De eerste vorm is het gevolg van een stimulans, bijvoorbeeld een slag van een hamer of tandpijn.

Deze pijn, als reactie op een agressie, is een alarmsignaal dat men zich in gevaar bevindt, waardoor men zijn gedrag zal aanpassen om zich van het gevaar te verwijderen. Op dezelfde manier is pijn die volgt op een heelkundige ingreep een fysiologische pijn die men probeert te bestrijden zodat ze in intensiteit en tijd beperkt wordt.

Het omgekeerde daarvan is chronische pijn, die lang duurt en het dagelijks leven van de persoon die lijdt en dat van zijn naaste omgeving helemaal overheerst. Dit type pijn heeft geen nut en wordt beschouwd als een "ziekte op zich" en wordt behandeld door pijnklinieken. Het is heel moeilijk deze pijn precies in te schatten omdat hij in heel uiteenlopende vormen bestaat, behalve in sommige, jammer genoeg heel vaak voorkomende gevallen, zoals reumapijn bij oudere personen, lendepijn bij 50 tot 60% van de bevolking, migraine (15%), tandpijn enz.

Waaruit bestaat de behandeling van pijn?

Er bestaan heel wat farmacologische stoffen die de pijn kunnen bestrijden, maar niet alle vormen van pijn kunnen met geneesmiddelen worden behandeld.

De molecules waar we vandaag over beschikken zijn:

  • morfine,
  • niet-steroïdale anti-inflammatoire middelen (NSAI),
  • aspirine,
  • paracetamol.

De meeste van deze stoffen kennen we al heel lang, maar blijven een belangrijke plaats innemen in de moderne geneeskunde: paracetamol werd in 1893 ontwikkeld en aspirine in 1897.

Bij deze willen we nog benadrukken dat paracetamol de meest gebruikte en vaakst voorgeschreven pijnstiller ter wereld is. Hij is bijlange niet zo doeltreffend als morfine, maar heeft wel de beste verhouding effect/risico en wordt het beste verdragen.

Desondanks werd heel wat farmacologische vooruitgang geboekt. Deze geneesmiddelen kunnen oraal worden genomen, via injecties worden toegediend of zelf door de patiënt worden gedoseerd.

Er bestaan tegenwoordig vormen met vertraagde of versnelde afgifte, met uitgestelde of in de tijd verlengde vrijgave. Voortaan kunnen we via een pleister op de huid een pijnstiller toedienen.

De andere grote vooruitgang op het vlak van pijn is het collectieve bewustzijn dat ze beter moet wordt behandeld. Protocollen en aanbevelingen worden op die manier geformuleerd om de behandelingen te optimaliseren naargelang de patiënten.

 

Initialement publié par Isabelle Eustache, bewerkt door C. De Kock, gezondheidsjournaliste le 19/10/2004 - 00h00 et mis à jour par Stéphanie Koplowicz, gezondheidsjournaliste le 27/10/2015 - 10h33

Stichting voor medisch onderzoek "Pijn op alle fronten bestrijden".

Bekijk dit artikel
Vous devez être connecté à votre compte E-Santé afin de laisser un commentaire
PUBLICITÉ