We dromen allemaal van een mooie, platte buik! Jammer genoeg is dat niet iedereen gegeven en met ouder worden neemt de kans dat we een buikje kweken ook toe. Maar we kunnen op zijn minst een verklaring zoeken en ons concentreren op haalbare oplossingen.

Een buikje: en als het nu eens erfelijk bepaald is?
Er bestaan twee types van morfologie, het gynoïde en het androïde type. Het eerste type is typisch vrouwelijk. De vetcellen hopen zich hier vooral op rond de benen, dijen en heupen. Het androïde type of appeltype is typisch mannelijk, met een vetophoping die zich concentreert rond de buik. Maar tussen beide types is alles mogelijk. Vrouwen kunnen met andere woorden een min of meer gynoïde morfologie hebben die erfelijk bepaald is. Zo hebben sommige vrouwen makkelijk de neiging om een buikje te krijgen en andere niet.
Een buikje, opgelet in de menopauze!
Het stilvallen van de hormoonproductie in de menopauze verandert de morfologie van de vrouw. Dan krijgt haar silhouet iets minder gynoïde en meer androïde trekken. De verdeling van het vet verandert dus en verplaatst zich van de dijen naar de buik. Zo zullen vrouwen die in de menopauze wat verzwaren, eerder in de buikzone aankomen en in de benen slanker worden.
Vrouwen die in de menopauze een hormoonsubstitutietherapie volgen, behouden hun gynoïde morfologie. Maar de andere moeten uitkijken, want eenbuikje is een cardiovasculaire risicofactor. Hou uw tailleomtrek dus in het oog. Die mag niet meer zijn dan 88 cm (en 102 cm bij mannen)!
Institut Moncey