Om ons te verdedigen tegen angstgevoelens, kunnen we beroep doen op verschillende min of meer doeltreffende strategieën. Eén ervan is vermijdingsgedrag, dat zeer veel voorkomt...

Vermijdingsgedrag versterkt de angst
Vermijding is een gedragsvorm waarbij iemand alles vermijdt dat confronterend zou kunnen zijn voor zijn of haar angstgevoelens. Dit kan ieder van ons overkomen, hoewel het gedrag typisch is voor mensen die last hebben van fobieën. Wie een liftfobie heeft, zal altijd vermijden om de lift te nemen, om op die manier geen angst te voelen. Vermijden lijkt in dit geval logisch, maar als gedrag is dit vrij gevaarlijk omdat vermijdingsgedrag de angst versterkt. Het is alsof die persoon zegt: "Oef, ik heb er goed aan gedaan de lift niet te nemen. Er had zich wel iets kunnen voordoen…". Dit vermijdingsgedrag versterkt de fobie, die in de toekomst dus nog erger zal worden.
Wanneer men een fobie ontwikkeld heeft, is de angst trotseren de beste oplossing om te vechten tegen zijn angstgevoelens. Diezelfde persoon zal dan zeggen: "Ik was bang om de lift te nemen, maar ik heb het toch gedaan en er is niets onaangenaams of gevaarlijks gebeurd". Op deze manier zullen de angstgevoelens geleidelijk verminderen.
Vermijdingsgedrag in het dagelijkse leven
Naast het pathologische vermijdingsgedrag van mensen met belangrijke fobieën (sociale fobieën, claustrofobie…), kan iedereen angstgevoelens krijgen en beroep doen op een strategie van vermijding.
Dikwijls gaat het om klein, amper zichtbaar vermijdingsgedrag, dat nochtans het gevolg is van aanwezige, misschien beperkte angstgevoelens. Als ik bijvoorbeeld naar de schooldirecteur moet telefoneren om te vertellen dat mijn dochter één dag afwezig zal zijn omdat we vroeger met vakantie vertrekken, loop ik het risico dat die persoon afwijzend zal reageren. Ik weet dat ik moet telefoneren, maar ik stel het altijd uit. Ofwel wacht ik tot 's avonds zodat ik mijn boodschap op het antwoordapparaat van de school kan inspreken en de directeur zelf niet te woord moet staan.
In dergelijke gevallen, vinden we dikwijls 'geldige' uitvluchten om niet te moeten telefoneren: "Ik heb veel werk gehad vandaag", "Ik heb er niet meer aan gedacht" of "Ik had belangrijkere dingen te doen"…