Rokers lopen risico op postoperatieve complicaties, maar als ze zes tot acht weken voor de ingreep stoppen, lopen ze niet méér risico dan niet-rokers.

Alle redenen zijn goed om te stoppen met roken, maar de hierna volgende reden is toch wel een heel belangrijke. Er bestaat een eenvoudige manier om het perioperatieve extra risico bij rokers te voorkomen: zes tot acht weken voor de ingreep stoppen met roken, en dat tot drie weken à drie maanden nadien. De risicograad is dan dezelfde als bij niet-rokers, wat betekent dat de patiënt twee à drie dagen minder in het ziekenhuis moet blijven en minder risico loopt om na de ingreep op de reanimatieafdeling te belanden. Omgekeerd lopen rokers die zich laten opereren, drie keer meer risico op complicaties op de operatieplaats (infecties, complicaties aan het litteken ), acht keer meer kans dat het bot niet meer aaneengroeit en dubbel zoveel risico om op de reanimatieafdeling te belanden en langer in het ziekenhuis te moeten blijven. Deze gegevens zijn niet alleen nuttig voor de patiënt, maar maken ook duidelijk wat voor een besparing dit kan opleveren in de sociale zekerheid. Een groot deel van de perioperatieve behandelingskosten zou immers wegvallen. Experts raden aan om het publiek de duidelijke boodschap mee te geven dat roken vóór en na de operatie absoluut uit den boze is, net zoals roken ook niet samengaat met zwangerschap. Vandaar dat rokers moeten aangespoord worden om te stoppen en dat de afdelingen chirurgie voldoende middelen moeten krijgen. Chirurgen, verzorgend personeel, anesthesisten en behandelende artsen: ze hebben allemaal een belangrijke rol te spelen.