PUBLICITÉ

Slaapstoornissen bij jonge kinderen

Geüpdatet door Isabelle Eustache, gezondheidsjournaliste op 28/09/2016 - 14h50
-A +A

Slaapstoornissen horen bij de normale ontwikkeling van het kind. Ze komen veel voor, maar baren vooral de ouders zorgen. De kinderen zelf hebben er meestal weinig last van, tenzij het om stoornissen gaat die hen uit hun slaap houden of overdag onrustig maken. Wat moeten we doen als een kind klaagt over nachtmerries, als het ’s nachts pijn heeft of niet kan inslapen? Enkele denkpistes.

PUB

Lichte stoornissen: wat te doen?

De slaap van een kind verschilt sterk van die van een volwassene. De slaapcyclus van een kind bevat meer fases van lichte slaap. In die periodes bevindt het zich altijd op de grens van het ontwaken. Daarom veroorzaakt  een pikdonkere kamer soms angst. Een nachtlichtje of lampje naast het bed kan hier een goede hulp zijn, want het kind kan dan zijn eigen spulletjes (teddybeer, knuffel, enz.) zonder probleem zien en zichzelf kalmeren.

Een ander probleem waarmee ouders vaak te maken krijgen, is dat hun kindje ’s nachts vaak wakker wordt. Het roept dan naar zijn ouders om even gestreeld te worden, om een glas water te krijgen, enz. Dit gedrag wijst vaak op een onbevredigde relatie tussen het kind en zijn ouders en is dus een soort noodkreet. Er kunnen veel dingen schorten aan de relatie:

  • De ouders hebben te weinig aandacht of zijn er te weinig (ze leggen het kind soms in bed om op hun gemak te zijn),
  • Overstimulatie (het kind wordt te vaak in de armen genomen),
  • Stress (de ouders zijn te angstig rond hun kind), enz.

Leg een ritueel van slapen en opstaan vast en wijk er niet van af. Roep of scheld niet tegen uw kind om het in bed te krijgen. Combineer het slapengaan met een verhaal of een rustig spelletje, zorg dat de knuffel mee naar bed gaat en hou u aan het ritueel (verhaaltje niet inkorten of afbreken). Na dat ritueel moet het kind leren om alleen in zijn bedje in te slapen.

Nachtmerries: probeer uw kind gerust te stellen!

Tijdens de eerste kinderjaren zijn er twee periodes waarin tijdelijke slaapstoornissen makkelijk voorkomen: de kaap van 1 jaar en de periode tussen 2 en 5 jaar.

Rond één jaar heeft een kind vaak behoefte aan een geruststellend gebaar als het naar bed moet. Het is vaak bang van monsters en zijn ouders moeten hem op zijn gemak stellen  zodat het kan inslapen. Zeg uw kind dat u in de kamer ernaast bent en dat u over hem waakt. Leg hem ook uit dat er geen monster of spook in de kamer is, maar ga er niet naar op zoek door bijvoorbeeld een kast open te trekken of hem onder het bed te laten kijken. Dat wakkert zijn fantasie alleen maar aan en bovendien geeft u uw kind zo het signaal dat spoken misschien bestaan.

Later, tussen 2 en 5 jaar, heeft een kind soms nachtmerries. Als u erbij komt, zit het rechtop in bed en is het zichtbaar bang. Uw kind is dan nog half in slaap en zal heel makkelijk weer inslapen. Misschien heeft het een opwindende dag vol emoties achter de rug door alles wat het geleerd heeft, zoals lopen, praten, de omgeving ontdekken, zindelijk leren zijn. Kinderen assimileren ‘s nachts al deze nieuwe ervaringen. U hoeft dus niet ongerust te zijn zolang deze problemen geen weerslag hebben op het functioneren overdag.

Initialement publié par Isabelle Eustache, gezondheidsjournaliste le 24/04/2012 - 11h15 et mis à jour par Isabelle Eustache, gezondheidsjournaliste le 28/09/2016 - 14h50
Bekijk dit artikel
Vous devez être connecté à votre compte E-Santé afin de laisser un commentaire
PUBLICITÉ