Seropositief zijn en toch een kind willen is een legitieme wens, maar hoe moet dat dan? Wat moet men weten en hoe kan men het risico beperken dat ook het kindje seropositief is?
Al naargelang één of beide partners seropositief zijn, zijn er drie mogelijkheden, maar in elk geval moet het koppel veilig vrijen, ook als het een kindje wilt.
1) De man is seropositief, de vrouw seronegatief
Als de vrouw niet besmet is met het hiv, het virus dat aids veroorzaakt, dan is er geen risico dat ze de ziekte doorgeeft aan de baby. Het is wel erg belangrijk dat ze altijd veilig vrijt tijdens de zwangerschap, zowel voor haar eigen gezondheid als voor die van het kindje.
Om te vermijden dat de vrouw besmet geraakt, wordt het sperma van de toekomstige man 'gewassen', met een speciale techniek, om het daarna in te brengen bij de aanstaande moeder zonder dat er een risico is op besmetting. De technische ingrepen die nodig zijn voor de medisch geassisteerde voortplanting worden voor een groot deel terugbetaald door het ziekenfonds voor vrouwen tot aan hun 43e verjaardag.
2) De vrouw is seropositief, de man seronegatief
Om te voorkomen dat de papa in spe een risico op besmetting loopt, wordt er een beroep gedaan op kunstmatige inseminatie met zijn sperma.
Daarna is er een reëel risico op besmetting met het hiv van moeder op kind, vooral bij de bevalling en de borstvoeding. Als de vrouw geen antiretrovirale behandeling volgt, bedraagt het risico op besmetting van de baby ongeveer 25%. Volgt de vrouw wel zo'n behandeling dan loopt dat percentage terug tot 1%.
De vrouw moet de antiretrovirale behandeling gedurende de hele zwangerschap volgen en als het kindje geboren is mag het geen borstvoeding krijgen. Meestal krijgt ook het kindje een antiretrovirale behandeling gedurende een paar weken.