Water vormt ongeveer twee derde van ons lichaamsgewicht. Wij beschikken over een heel nauwkeurig regulatiesysteem voor het constant houden van de water- en zoutconcentraties in ons lichaam. Maar dit systeem kan ontregeld raken, in het bijzonder bij senioren.

Het belang van water voor senioren
Het regulatiesysteem van het watergehalte in ons lichaam (osmolaliteit) heeft betrekking op twee mechanismen: de dorst en de productie van het antidiuretisch hormoon vasopressine. En twee belangrijke organen: het centrale zenuwstelsel en de nier.
Wanneer wij water verliezen (door te zweten of bij warme temperaturen bijvoorbeeld), wordt de verstoorde osmolaliteit door de hersenen ontdekt. Hierdoor wordt het dorstgevoel geprikkeld en er komt vasopressine vrij. Dit hormoon bevordert de wateropname door een signaal te sturen naar de nier. Door deze twee mechanismen, stijgt het watergehalte in het lichaam zodat de osmolaliteit opnieuw een normaal peil bereikt. Het waterverlies gaat vaak samen met zoutverlies (NaCl). Andere hormonale systemen zorgen er dan voor dat het zoutverlies gecompenseerd wordt.
De hittegolven van de voorbije jaren hebben ons eraan herinnerd dat senioren zeer gevoelig zijn voor veranderingen van het watergehalte in het lichaam en voor dehydratatie. Dit is te wijten aan een vermindering van de gevoeligheid voor wijzigingen van de osmolaliteit die zowel het dorstgevoel als de productie van vasopressine aantast, en aan een minder doeltreffende werking van de vasopressine in de nier. Daar komt nog bij dat water bijhalen dikwijls bemoeilijkt wordt door bijvoorbeeld een vermindering van de mobiliteit of doordat de persoon in kwestie zich minder bewust is van de noodzaak om te drinken.
Andere factoren, zoals een vermindering van de nierfunctie, die te wijten is aan de leeftijd of aan sommige pathologieën (diabetes, verhoogde bloeddruk...), of de werking van sommige medicijnen (in het bijzonder de urineafdrijvende middelen) kunnen eveneens een belangrijke rol spelen in de verstoring van de waterbalans van senioren.
Het in stand houden van de waterbalans
Omdat het dorstgevoel bij senioren minder uitgesproken is, moet het drinken aangemoedigd worden.
Drinken gebeurt best regelmatig en met kleine hoeveelheden. Het drinken van 1,5 liter per dag komt overeen met 8 grote glazen (fruitsapglazen) of met 16 kleine glazen (mosterdglazen). Men mag ook niet vergeten af te wisselen: plat water, spuitwater, thee, kruidendrankjes, soep... Wanneer er sprake is van een verhoogd risico (warmte, koorts), moeten de hoeveelheden preventief aangepast worden. Bij mensen met een handicap, moet ervoor gezorgd worden dat iemand hen regelmatig drinken komt geven.
De symptomen van dehydratatie
Het is mogelijk zich een idee te vormen van de staat van dehydratatie van een bejaarde persoon door die persoon te onderzoeken: droge tong, in de oogkas ingevallen oogbollen, blijvende huidplooi in het voorhoofd of aan het sleutelbeen, tragere reacties, traag spreken. De bejaarde heeft dorst of last van hoofdpijn. Indien er sprake is van ernstige dehydratatie, zakt de bloeddruk, maar de hartslag versnelt.
Perscommuniqué "De Internationale Prijs van de Spa Foundation 2007 bekroont professor Olivier Devuyst (UCL) voor zijn werk over nierziekten en dialyse", Spa Foundation, 9 november 2007.