PUBLICITÉ

Selenium kan de evolutie van aids vertragen!

Gepubliceerd door Nicolas Rousseau, diëtist-voedingsdeskundige op 06/02/2007 - 00h00
-A +A

Volgens onderzoekers van de universiteit van Miami kan een voedingssupplement met selenium bovenop de antiretrovirale traditionele therapie (de zogeheten aidsremmers) de evolutie van het hiv-virus onder controle houden en de werking van het immuunsysteem verbeteren...

PUB

Tekorten van selenium werden ook vroeger al vastgesteld bij mensen die besmet zijn met hiv. Maar deze dubbelblinde, placebo gecontroleerde studie (de " Rolls Royce " onder de klinische studies), opent nieuwe perspectieven voor de behandeling van een ziekte die nog altijd slachtoffers blijft maken: elke dag worden in België 2 tot 3 nieuwe gevallen gediagnosticeerd.

Een vroegtijdige behandeling van de aandoening met geneesmiddelen blijft hoe dan ook noodzakelijk, want het effect van selenium is bescheiden vergeleken met de antiretrovirale middelen. Maar het nodigt wel uit tot reflectie over de rol en het nut van microvoedingsstoffen als medicijn.

Selenium?

Selenium is bij het grote publiek relatief onbekend, maar in wetenschappelijke kringen is er heel wat belangstelling voor. Dit oligo-element is een krachtig antioxidant.
Het beschermt de weefsels tegen de oxidatieschade van vrije radicalen. Het zorgt voor de fijne regeling van de thyroïdhormonen, het speelt een positieve rol in het stofwisselingsproces van sommige vetzuren, en het houdt de huid gezond. De stof is ook terug te vinden in de tanden, de nagels, de testikels en het sperma, en heeft daarin waarschijnlijk telkens een beschermend effect. Selenium zou ook een kankerwerend effect hebben, maar er lopen momenteel nog studies om die hypothese te bekrachtigen.

Waar zit selenium zoal in? De beste bronnen van selenium zijn vlees, vis, orgaanvlees, melk en eieren - producten dus die bijna de helft van de dagelijkse opgenomen hoeveelheid calorieën dekken. Selenium zit ook in groenten (vooral look, paddenstoelen, kool, witlof), in volkorengranen, in gedroogde noten en vruchten (vooral paranoten bevatten veel selenium), en in fruit (banaan).

Het hiv-virus houdt niet van selenium

Het onderzoek van het Amerikaanse wetenschappelijke team werd uitgevoerd bij 262 seropositieve patiënten. Die werden gedurende 18 maanden gevolgd. De helft van de patiënten kreeg bovenop de traditionele therapie een dagelijks supplement van 200 mcg selenium. De andere helft kreeg een placebo. Om de capaciteit van het virus om het immuunsysteem aan te vallen te evalueren, werden bepaalde witte bloedlichaampjes (de lymfocyten CD4-T) geteld, één keer aan het begin van het onderzoek en vervolgens herhaaldelijke keren in de loop van het onderzoek. Het resultaat: bij patiënten die de supplementen kregen, stabiliseerde het aantal virale hiv-cellen in het lichaam en werd een stijging van de witte bloedlichaampjes vastgesteld.
Door deze aanpak werd met andere woorden werd het proces van vermeerdering van de virussen afgeremd. Bij de patiënten die een placebo kregen, en dus alleen een behandeling volgden met geneesmiddelen, ging dat proces gewoon door.

Volgens de auteurs van het onderzoek zou dit effect van selenium op het hiv-virus te maken hebben met het vermogen van selenium om de schade te herstellen die door de zuurstof - bij seropositieve patiënten stijgt de productie ervan - is aangericht aan de cellen van het immuunsysteem. Maar voorlopig gaat het nog om een hypothese.
De auteurs zijn enthousiast over de ontdekking, zeker omdat een behandeling met supplementen eenvoudig, veilig en betaalbaar is. Het is nu nog zaak om de resultaten te bevestigen en na te gaan of en in welke mate selenium er ook toe kan bijdragen dat de antiretrovirale behandeling pas in een later stadium moet worden gestart...

Gepubliceerd door Nicolas Rousseau, diëtist-voedingsdeskundige op 06/02/2007 - 00h00 Hurwitz BE et al. Archives of Internal Medicine, 2007 ;167 :148-154.
Bekijk dit artikel
Vous devez être connecté à votre compte E-Santé afin de laisser un commentaire
PUBLICITÉ