Het scafoïde bot of het bootvormig beentje is een klein beentje aan de basis van de duim.
Als men voorover valt en met de handen plat op de grond de val wil breken, is het vaak dit beentje dat het moet ontgelden: een breuk van het bootvormig beentje komt dan ook vaak voor bij sporters.

Gebroken pols of breuk van het schipperbeentje?
Fracturen van het scaphoïde bot of het bootvormig beentje komen bij sportongevallen relatief vaak voor. Ze zijn goed voor de meest van de polsblessures.
Het ongeval doet zich klassiek voor wanneer men de val op de handpalmen probeert te breken als men voorover valt. Het scaphoïde bot komt daardoor gekneld te zitten tussen de andere beentjes van de hand die veel sterker zijn: radius, lunatum, os capitatum, trapezium en trapezoïdum.
Net na de val voelt men meestal een lichte pijn ter hoogte van de "snuifplaats", het kuiltje achter de duim waar men vroeger de snuiftabak op legde. Deze pijn wordt erger als er druk op wordt uitgeoefend. De eerste dagen levert radiografie geen bijzondere resultaten op. Het ontstekingsfenomeen verhindert een goede analyse van de foto's. Pas tien tot vijftien dagen later komt het perifracturaire proces geleidelijk op gang, en krijgt men een beter beeld van het probleem.
Op het eerste gezicht lijkt dit soort letsel niet echt ernstig, maar soms treden er complicaties op.
Breuk van het schipperbeentje: vaak moeizaam herstel
Belangrijk om weten is dat er in het scaphoïde bot weinig bloedvaten zitten, vooral in het bovenste gedeelte ervan. Om te genezen, moet het bot minstens drie maanden volledig geïmmobiliseerd worden. En soms volstaat dit niet.
Het probleem wordt bijzonder complex als de richting van de fractuur ten opzichte van de as van de onderarm parallel of schuin loopt. De kleinste beweging van de hand heeft dan de neiging de randen van de wonde open te halen. In dat geval moet men het probleem vaak met een operatie oplossen, waarbij de stukken door de huid heen aan elkaar worden gevezen. Voor sporters houdt deze tweede methode ook het voordeel in dat de activiteiten veel sneller kunnen worden hervat.
De moeilijkheid voor de arts in geval van een breuk van het scaphoïde bot bestaat er dus in dat hij een onderscheid moet maken tussen de gevallen die spontaan kunnen genezen en deze waarvoor een lichte heelkundige ingreep nodig is.
Ook de patiënt moet enige scherpzinnigheid aan de dag leggen. Het gebeurt te vaak dat een steeds weerkerende pijn aan handen of voeten wordt genegeerd en dat een relatief goedaardig probleem op lange termijn leidt tot ongeneeslijke problemen. Want een fractuur die beweegt, kan nooit vanzelf helen. Op de plaats van de botcallus wordt weefsel en kraakbeen gevormd, wat pseudartrose wordt genoemd. In veel gevallen blijft deze plaats pijnlijk en worden de autonome bewegingen bemoeilijkt.
Er zijn ontelbare renners die hun fiets aan de haak hebben moeten hangen als gevolg van een scaphoïdebreuk waardoor ze op de hellingen niet meer aan het stuur konden "trekken". Het is mogelijk dat een carrière jaren te vroeg moet worden beëindigd, alleen omdat een renner luttele dagen van zijn seizoen goed wou maken.