Reflexologie is een van de populairste alternatieve therapieën.
Maar hoe werkt de therapie en wat zijn de effecten ervan?
Reflexologie: hoe werkt het?
Het uitgangspunt van reflexologie is dat onze voeten, handen en oren uit zogenaamde reflexzones bestaan. Elke zone staat in verbinding met een orgaan. Door een specifiek punt in een voet, oor of hand te masseren kan het evenwicht in het overeenkomstige orgaan zo weer hersteld worden.
Omdat reflexologie erg populair is, zijn er al tal van studies aan gewijd. Allemaal komen ze echter tot de conclusie dat exacte wetenschappelijke gegevens ontbreken. Er bestaan diverse theorieën over het mechanisme dat het effect zou veroorzaken. De meest aanvaarde op dit moment is die van de stimulering van het autonome of vegetatieve zenuwstelsel (dat regelt de onbewuste functies van het lichaam, zoals de spijsvertering, de hartslag, enz.). Een ander, vaak aangehaald argument is de beïnvloeding van de bloedsomloop.
Wat ook de verklaring is voor het effect van reflexologie, de studies waarop deze therapie steunt, wijzen op een positief effect op de levenskwaliteit, stress, angst en pijn.
Reflexologie: als behandeling of gewoon omdat het fijn is?
Maar het gebruik van reflexologie voor therapeutische doeleinden - bij ziektes dus - is blijkbaar moeilijk te bewijzen, ook al speelt ze in de landen waar de techniek sterk verspreid is een medische rol. Hier in het Westen wordt ze vooral gebruikt als een heel efficiënte massagetechniek. Volgens de beoefenaars bevorderen de massages de afscheiding van endorfines, de zogenaamde gelukshormonen die tot diepe ontspanning leiden.
De gebruikers zien als groot pluspunt dat ze zich bij deze massage niet volledig hoeven uit te kleden, iets wat om te beginnen tijd vraagt en wat ook niet iedereen leuk vindt.
De massages zijn volgens hen ook niet alleen ontspannend, maar geven ook energie. En dat is wel ongewoon, want na een massage zijn we normaal vooral toe aan een siësta!
McCullough, J.E.M. et al., Evid Based Complement Alternat Med. 2014; 2014: 502123. Published online May 5, 2014. doi: 10.1155/2014/502123