De pil vergroot het risico op flebitis.
Het is weliswaar een heel kleine stijging, maar toch genoeg om orale oestroprogestatieve anticonceptie af te raden aan vrouwen die al een cardiovasculair risico hebben.
Ter herinnering nog even de contra-indicaties voor orale oestroprogestatieve anticonceptie.
Alle oestroprogestatieve pillen vergroten het risico op flebitis lichtjes
Alle contraceptieve combinatiepillen - dat zijn pillen die zowel de hormonen oestrogenen als progesteron bevatten - houden een risico op veneuze trombose in.
Bij flebitis - of veneuze trombose - vormt er zich een bloedklonter in de ader. Die klonter kan in de bloedsomloop terechtkomen en spataderen veroorzaken. Nog erger is als de klonter via de bloedsomloop een longslagader verstopt. Dat kan namelijk een longembolie veroorzaken.
De risico’s op flebitis door de pil zijn evenwel heel laag en er zijn zelden ernstige complicaties.
Het risico op diepveneuze trombose is groter bij de pillen van de laatste generatie
Het risico op veneuze trombose verschilt al naargelang het type van pil.
Het is twee keer kleiner bij pillen van de 2e generatie dan bij pillen van de 3e en 4e generatie, maar ook daar is het nog altijd kleiner dan het risico op flebitits bij zwangere vrouwen. Het is inderdaad bekend dat ook een zwangerschap een verhoogd risico op flebitis meebrengt.
Dit is bij wijze van voorbeeld het risico op een veneus tromboëmbolisch accident:
- 60 gevallen op 100.000 zwangere vrouwen.
- 40 gevallen op 100.000 vrouwen die de pil van de 3e of 4e generatie nemen.
- 20 gevallen op 100.000 vrouwen die de pil van de 1e of 2e generatie nemen.
- 5 tot 10 gevallen op 100.000 vrouwen die de pil niet nemen.
De risico’s blijven met andere woorden klein, ook met de pillen van de laatste generatie. Ze zijn bovendien vooral aanwezig in het eerste jaar dat het voorbehoedsmiddel gebruikt wordt.