Osteoporose behandelen betekent op de eerste plaats 'strijden tegen het risico op breuken'.
Daarom is het zeer belangrijk het verlies van botdensiteit te beperken door een aangepaste levensstijl aan te nemen en door eventueel een beroep te doen op medicatie.
Wordt de behandeling goed gevolgd, dan kunnen de geneesmiddelen de situatie stabiliseren en op lange termijn de botdensiteit zelfs verhogen.

Osteoporose: behandelingen om breuken te voorkomen
We mogen het niet vergeten: osteoporose is de belangrijkste oorzaak van breuken. Ongeveer de helft van de vrouwen zal vroeg of laat door deze ziekte getroffen worden. Toch is het mogelijk het verlies van botdensiteit te beperken om het risico te verlagen op een breuk of een wervelinzakking. Deze laatste is een oorzaak van invaliditeit en van verschillende complicaties.
Naast een aangepaste voeding en regelmatige fysieke activiteit, horen ook supplementen van calcium en vitamine D tot de preventieve maatregelen. Mensen met een groot verlies van botdensiteit krijgen meestal een specifiek geneesmiddel voorgeschreven. Deze geneesmiddelen worden in verschillende categorieën onderverdeeld: bisfosfonaten, selectieve oestrogeen receptor modulatoren (SERM's), strontiumranelaat, calcitonine, parathormoon…
Al deze behandelingen hebben tot doel de botdensiteit te verbeteren.
Meting van de ontwikkeling van de osteoporose
De afwezigheid van breuken en wervelinzakkingen (deze zijn zichtbaar wanneer de patiënt gemeten wordt en/of via radiografie) is het voornaamste bewijs van de doeltreffendheid van de behandeling.
Een osteodensitometrie, een onderzoek waarbij de botdensiteit gemeten wordt, geeft eveneens een duidelijk beeld van de ontwikkeling van de ziekte. Dit onderzoek gebeurt best om de twee jaar.
In de praktijk wordt meestal geen bloedonderzoek uitgevoerd (door het meten van de zogenaamde botmarkers) om de mate van botaanmaak en botafbraak te bepalen.