Waarom krijgen bewoners van het Evenaarsgebied minder multiple sclerose? Een onderzoeksteam probeerde dit mysterie te ontrafelen en kwam tot de bevinding dat vitamine D daar niet vreemd aan is

Hoe verder van de Evenaar, hoe minder we blootstaan aan de zon en hoe meer onze vitamine D-synthese daalt. En hoe verder van de Evenaar, hoe meer MS-patiënten. Vandaar de vermoedelijke link tussen vitamine D en het risico op MS.
Om die hypothese te staven, werden de eetgewoonten en het gebruik van vitaminesupplementen geregistreerd van 187.563 vrouwen, die gedurende 10 of 20 jaar gevolgd werden (cohorten Nurses'Health Study). Na afloop van de studie werden 173 gevallen van multiple sclerose vastgesteld. De vrouwen die de hoogste dosissen vitamine D innamen (minimum 400 IE/dag), liepen 40 % minder risico dan vrouwen die geen supplementen gebruikten. De auteurs stellen ook vast dat personen die tegelijk veel vitamine D-supplementen nemen en een vitamine D-rijke voeding nemen, eveneens minder risico lopen. Voeding alleen daarentegen blijkt dit effect niet te hebben.
Uit die resultaten blijkt dus dat vitamine D een beschermend effect heeft. Blijft de vraag: hoeveel moeten we precies innemen?
In afwachting van een definitief antwoord worden de volgende hoeveelheden aanbevolen. Daarbij wordt rekening gehouden met de hoeveelheden vitamine D die ons lichaam zelf produceert dankzij blootstelling aan de zon. De vitamine D-behoeften worden uitgedrukt in 'Internationale Eenheid' (IE) of in microgram: 10 microgram = 400 IE. Ze bedragen:
- voor kinderen en volwassenen: 400 tot 600 IE of 10 tot 15 µg ;
- voor zwangere vrouwen: 800 IE of 20 µg ;
- voor zogende vrouwen: 600 IE of 15 µg ;
- voor bejaarden: 480 IE of 12 µg. Ze liggen hoger bij personen met een gepigmenteerde huid.