Moeten baby’s schoenen dragen of niet?

Op welke leeftijd laat ik mijn kind zijn eerste schoenen dragen?

Sommigen raden aan om een kind pas rond zijn veertiende maand - of twee maanden nadat het zonder steun zijn eerste pasjes heeft gezet - schoenen te laten dragen. De enkel en de voet zijn namelijk een heel complex geheel van botten, gewrichten, spieren, pezen en ligamenten dat grote beweeglijkheid biedt, en die beweeglijkheid is nodig voor het evenwicht. Laat uw kind dus maar optimaal van die grote soepelheid profiteren. Als een kind begint te lopen, is zijn voet trouwens nog rond en heeft die geen voetzool. Die zal zich geleidelijk aan ontwikkelen, en dat gaat net zo goed op blote voeten als met schoenen.

Kindjes moeten natuurlijk wel schoenen aan als ze naar buiten gaan om hun voeten warm en droog te houden. Schoenen beschermen de voet ook, wat het stappen veiliger maakt. Ze steunen de enkel en de voet, waardoor het kind stabieler staat. Een goede babyschoen zit mooi vast rond de voet, hij zit comfortabel, de vorm is aangepast aan de voet van het kind, hij heeft een binnenzool die de welving van de voetzool heeft en hij heeft ook een redelijk soepele buitenzool.

Praktische tips voor het kiezen van babyschoenen

• Kies bij voorkeur leder aan de binnen- en buitenkant - voor het comfort maar ook om de voeten te laten ademen.
• De zool moet van (al of niet synthetische) rubber zijn om uitglijden te voorkomen.
• U hoeft niet per se hoge schoenen te kopen, behalve als er problemen met de enkels zijn. De enkel moet nog vrij kunnen bewegen.
• Tot aan de leeftijd van twee jaar groeien de voeten vrij snel. U zult dus naar schatting zowat om de drie maanden naar een grotere maat moeten gaan.
• Laat uw dreumes niet systematisch de schoenen van oudere broer of zus dragen. Babyschoenen moeten goed passen, dat moet een prioriteit zijn.
• Koop de schoenen als uw kind erbij is zodat het de nieuwe schoenen kan passen. Neem er uw tijd voor en laat uw kind er gerust verschillende passen in heel uiteenlopende vormen. Het zijn niet altijd de schoenen die u het mooist vindt of die u graag aan de voeten van uw kind zou willen zien die ook het best gaan. Kijk goed hoe uw kind zijn voet plaatst en daarna zijn pasjes zet om te zien of ze geschikt zijn voor zijn kleine voetjes.
• Laat ze als het kan na de middag passen, dan zijn de voeten al wat gezwollen.
• Laat altijd de maat van beide voeten nemen en kies dan de grootste uit. Ook bij heel jonge kinderen is de ene voet groter dan de andere.
• Kies niet voor een maatje groter omdat uw kind ze dan zogezegd langer kan dragen.
• Als uw kind zijn schoen aan heeft, moet u wel met één vinger tussen de schoen en zijn hiel kunnen.
• Kies voor de zomer voor sandalen die vooraan dicht zijn. Zo zijn de tenen beschermd.
• Rubberen laarsjes zijn heel handig, maar laat ze niet te lang dragen.  Ze geven geen steun aan de enkels en bevorderen het zweten. Hetzelfde geldt voor sportschoenen, zeker wat zweten aangaat.
• Ook de sokken moeten goed zijn van maat, want ze zorgen mee voor het comfort. Als ze te klein zijn, spannen ze. Als ze te groot zijn, gaan ze dubbel zitten in de schoenen en dat is heel hinderlijk. Kies ’s zomers voor katoenen sokken. Die gaan het zweten tegen, anders dan synthetische sokken.
• Zorg dat uw kind niet kan uitglijden. Laat het niet op zijn sokken lopen, behalve dan op voltapijt of als het sokken draagt met antislipnoppen.
• Kies bij voorkeur voor schoenen met een ronde vorm - die zitten het makkelijkst - en koop alleen schoenen met antislipzolen.
• Controleer regelmatig de zolen. De manier waarop ze verslijten kan wijzen op een mogelijke misvorming van de voeten of de knieën.
• Snij regelmatig de teennagels van uw kind. Snij ze vierkant zonder ze aan de zijkant te diep in te snijden, anders kunnen de nagels ingroeien. Gebruik altijd een schaartje met een ronde punt.
• Laat uw kind ‘s zomers gerust op blote voeten lopen, zeker in het zand. Het is ideaal om de spieren in de voetholte te versterken.