De knieën van sporters worden regelmatig getroffen door kwetsuren. De reden? De kwetsbaarheid van die kleine kraakbeenschijven die we meniscus noemen.

Tweemaal twee meniscussen
We hebben twee meniscussen in elke knie. Deze kraakbeenschijven spelen een dubbele rol: ze geven stabiliteit en functioneren als schokbrekers. Ze worden door een aantal gewrichtsbanden op hun plaats gehouden, maar genieten toch van een zekere bewegingsvrijheid en van een degelijke elasticiteit. Strekken we het been, dan glijden ze naar voren. Plooien we de knie, dan worden ze naar achteren geduwd. Ondanks deze mobiliteit, kunnen ongevallen zich voordoen. Bij een knieverstuiking bijvoorbeeld, komt het schijfje uit zijn plaats en wordt verbrijzeld tussen scheen- en dijbeen. Voetbal- en rugbyspelers zijn hiervan de belangrijkste slachtoffers. Hun meniscussen zien telkens af wanneer de spelers zich laten meeslepen in roterende lichaamsbewegingen, met de voeten vast in de grond omwille van de noppen onder hun schoenen. Hetzelfde geldt voor skiën, tennis, volleybal, basketbal of turnen! Een grote druk op het gestrekte been, bij het neerkomen na een sprong bijvoorbeeld, stelt de knie zwaar op de proef. Een ongeval kan echter ook gebeuren bij gewone bewegingen uit het dagelijkse leven, zoals het missen van een trede.
Meniscusproblemen: letsels en diagnose
De symptomen van een meniscusscheur verschillen van persoon tot persoon. Vaak treedt lokale pijn op aan de randen van de knie en het voelt ook aan alsof de knie blokkeert wanneer men het been strekt. Om de diagnose te stellen, betast de arts de knie en wakkert de pijn aan door te drukken op de aangrenzende uiteinden van scheen- en dijbeen. Hij voert ook de 'grinding test' uit. Terwijl de patiënt op zijn buik ligt, wordt verticaal druk uitgeoefend op het been dat in een hoek van 90° geplooid is. Tegelijkertijd ondergaat het been rotatiebewegingen. Men kan daarvoor ook een beroep doen op magnetische resonantie.
Men heeft het over een lengtescheur wanneer de meniscus over de hele lengte gescheurd is. Soms is alleen de periferie getroffen en beweegt een aanhangsel van 1 à 2 cm in het gewricht zoals het handvat van een emmer (hengselscheur). In tegenstelling tot de meeste letsels, geneest dit soort letsel niet spontaan. De meniscus is weinig doorbloed en het regeneratievermogen wat de groei betreft, is zo goed als onbestaande.