De voorbije decennia is het aantal gevallen van myopie steeds blijven stijgen. Een fenomeen dat specialisten nog niet hebben kunnen verklaren, ook al wordt de alomtegenwoordigheid van schermen in onze maatschappij vaak als oorzaak aangewezen.

Bijziendheid, een veelvoorkomend fenomeen
Bijziendheid, ook bekend onder de naam myopie, is een veelvoorkomende oogafwijking, die meestal bij kinderen en tieners ontstaat en die zich ontwikkelt alvorens zich rond de leeftijd van 20-25 jaar te stabiliseren. Bijziende mensen zien verafgelegen voorwerpen wazig en onscherp. Ze zijn meestal wel in staat om de krant zonder bril te lezen, maar niet om het nummer van de bus op de hoek van de straat te ontcijferen of om in de klas de vergelijkingen te lezen die op het bord geschreven zijn. Het probleem voor een bijziende komt door het feit dat het beeld van een verafgelegen voorwerp vóór het netvlies (of retina) gevormd wordt in plaats van erop. Bijziendheid kan gemakkelijk gecorrigeerd worden door het dragen van een bril of contactlenzen, maar dit veroorzaakt wel aanzienlijke bijkomende kosten voor de volksgezondheid. Bovendien lopen bijziende mensen op latere leeftijd meer risico op het ontwikkelen van glaucoom of cataract.
Stijging van het aantal bijzienden
Een Amerikaanse studie heeft de prevalentie van bijziendheid vergeleken tussen de perioden 1971-1972 en 1999-2004, en dat bij mensen van 12 tot 54 jaar. In de periode 1971-1972 was slechts 25% van de testpersonen bijziend. In de periode 1999-2004 was dat percentage al opgelopen tot 41,6%. In die 30 jaar is het aantal bijziende mensen dus enorm toegenomen. Azië wordt bijzonder hard getroffen door deze stijging, in die mate zelfs dat er sprake is van een epidemie, aangezien het fenomeen in sommige streken tot 60% van de bevolking treft.