PUBLICITÉ

Luister naar uw hart

Gepubliceerd door Gilles Goetghebuer, gezondheidsjournalist op 11/11/2003 - 00h00
-A +A

Elke sporter die zichzelf respecteert, moet zijn hartslag leren meten. Het volstaat daarvoor de pols te nemen.

PUB

Hoe neemt u uw pols?

Tijdens het sporten stijgen uw energiebehoeften. Dat gaat gepaard met een sterke toename van het hartminuutvolume, dat tegelijk gebaseerd is op een verhoogde samentrekkingsfrequentie en op de hoeveelheid bloed die bij elke samentrekking in de slagaders gepompt wordt. Deze tweede parameter, het zogenaamde "systolische ejectievolume", is moeilijk te evalueren buiten het laboratorium. De evolutie van de hartslag daarentegen kan gemakkelijk gevolgd worden. Meestal plaatst men daarvoor twee of drie vingers van een hand op de pols van de andere hand. Dat is de radiale pols. Er zijn echter nog andere plaatsen om de pols te meten: de voetwreef, de binnenenkel, de lies, de binnenkant van de elleboog en de zijkant van de hals (carotispols). Het principe is altijd hetzelfde: men oefent druk uit op een slagader en voelt bij elke samentrekking van het hart het bloed stromen onder de vingers. Men telt het aantal slagen gedurende 10, 15, 20 of 30 seconden. Vervolgens vermenigvuldigt men het aantal met het juiste cijfer om het resultaat te krijgen voor één minuut. Zo zijn 15 slagen gedurende 10 seconden gelijk met 90 slagen per minuut.

Wat is de betekenis van de polsslag?

De polsslag evolueert in de loop van het leven. Zo hebben baby's een zeer snelle hartslag (120-130). Bij een kind van vier ligt de hartslag vaak hoger dan 100 per minuut. Vervolgens begint hij geleidelijk te verminderen, en rond 15 jaar komt het hart op "kruissnelheid", waarna de hartslag boven de 60 opnieuw toeneemt. In het algemeen schommelt de pols tussen 60 en 80 in rust. Dat hangt af van de lengte en de fysieke vorm van de persoon in kwestie. Hoe langer men is, hoe trager de hartslag. Zo heeft een olifant een hartslag van 10-12 slagen per minuut, terwijl een muis boven de 300 zit! Ook sporters hebben een zeer trage hartslag, gezien hun grote hartvolume. Dat betekent dat er minder slagen nodig zijn om dezelfde hoeveelheid bloed in de slagaders te pompen. In dat opzicht komen beroepswielrenners aardig in de buurt van olifanten!

Gepubliceerd door Gilles Goetghebuer, gezondheidsjournalist op 11/11/2003 - 00h00
Bekijk dit artikel
Vous devez être connecté à votre compte E-Santé afin de laisser un commentaire
PUBLICITÉ