Een allergie is een overdreven reactie van ons afweersysteem op een stof (of allergeen) zoals pollen, mijten, schimmels, haren en vaak ook voedselwaren. De allergische reactie kan zich op veel manieren uiten: roos, huiduitslag, misselijkheid, diarree, tot braken en een anafylactische shock toe.
Wat zijn de belangrijkste voedselallergenen?
- Melkeiwitten,
- Eieren,
- Apenoten,
- Tarwebloem,
- Soja,
- Zeevruchten,
- Vis,
- Noten in de dop (walnoten, hazelnoten, cashewnoten, amandelen…).
Maar er bestaan nog heel wat andere producten waarvoor iemand allergisch kan zijn. Dat is onder meer ook het geval voor sesamzaadjes, selder, mosterd, lupine en schelpdieren.
Hoe weet ik dat het echt om een voedselallergie gaat?
De allergoloog zal aan de hand van de beschrijving van de symptomen en de omstandigheden waarin ze optreden makkelijk de diagnose van voedselallergie kunnen stellen. De identificatie van het allergeen is moeilijker en gebeurt aan de hand van orale provocatietests.
In de praktijk betekent dit dat de patiënt een dagboek bijhoudt van wat hij eet. Elke dag noteert hij uitvoerig welke levensmiddelen hij allemaal heeft gegeten. Vervolgens wordt een verdacht product geschrapt en daarna weer ingevoerd. Als dat product de oorzaak van de allergie is, zullen de symptomen verminderen en daarna weer opflakkeren. Daarna kunnen nog andere levensmiddelen getest worden, maar het moet altijd één per één gebeuren. Het is soms dus een proces van lange duur.
Er bestaat nog een andere techniek om allergenen op te sporen, en wel de zogeheten intradermo-reactie in combinatie met een bloedonderzoek. Hierbij krijgt de patiënt bepaalde voedingsextracten toegediend, waarna de arts op zoek gaat naar de aanwezigheid van specifieke IgE-antilichaampjes in het bloed.
Het is ook mogelijk om voedselallergenen en andere allergenen tegelijk op te sporen. Iemand die bijvoorbeeld al allergisch is voor pollen (een astmalijder of iemand met eczeem) loopt namelijk meer risico om ook een voedselallergie te ontwikkelen, zeker als het om een kind gaat.