Vlooien zijn één van die ongewenste gasten die onze huisdieren en onze huizen teisteren.
Waakzaamheid en preventie zijn de sleutelwoorden om die kleine, stekende, bloeddorstige spring-in-'t-velds klein te krijgen.
Een vlooienleven
Zowel de vrouwtjes als de mannetjes steken uw honden en katten, voeden zich met hun bloed en laten "vlooienstrontjes" (bruine schilfertjes) na die op de grond vallen en als voedsel dienen voor hun larven.
In de regel leven alleen volwassen vlooien op het dier. De eitjes en larven ontwikkelen zich in de omgeving (in de tapijten bijvoorbeeld) en wachten vol ongeduld op de komst van onze trouwe huisdieren om ze te besmetten.
De meeste volwassen vlooien kunnen gedurende één jaar op het dier leven. Zodra ze echter hun gastheer verlaten hebben, moeten ze binnen 48 uur een nieuw slachtoffer zien te vinden, anders is hun lot bezegeld.
Bovendien kunnen vlooien slecht tegen kou; vandaar dat er meer besmettingen zijn in de lente en de zomer. Toch mogen we ook niet vergeten dat vlooien in onze verwarmde huizen het hele jaar door welig kunnen tieren!
Ziekten die veroorzaakt worden door vlooien
- Vlooienbeten en -speeksel zijn bijzonder irriterend: ze kunnen jeuk en zelfs allergische verschijnselen veroorzaken. Als het dier zich krabt, dreigen de huidletsels bovendien nog te verergeren.
- Door krabletsels kan er een bacteriële superinfectie ontstaan.
Huidletsels kunnen overal op het lichaam optreden, maar teisteren meestal de onderkant van de staart en de rug.
- En alsof dat allemaal nog niet erg genoeg is, kunnen vlooien ook ziektekiemen overbrengen.
Zo spuiten ze graag één van de meest voorkomende honden- en kattenwormen in, de dipylidium caninum. Om die besmetting te vermijden, is het belangrijk om elk door vlooien geteisterd dier te behandelen tegen wormen.
- Ten slotte kunnen massale vlooienplagen bloedarmoede veroorzaken, omdat volwassen vlooien gretig bloed opzuigen.
