Kanker is een verzamelnaam voor alle kwaadaardige gezwellen. Kanker is na de aandoeningen van hart en bloedvaten de belangrijkste doodsoorzaak. Ongeveer een op de vier mensen overlijdt aan kanker.

Kwaadaardige gezwellen
De soorten kanker die bij mannen en vrouwen het meest vookomen, verschillen. In de top drie bij mannen staan longkanker, prostaatkanker en dikkedarmkanker. Bij vrouwen borstkanker, dikke-darmkanker en kanker van de geslachtsorganen. In totaal overlijden er in Nederland jaarlijks ruim 36.000 mensen aan kanker.Reeds in de oudheid beschouwde men gezwellen als een ernstige aandoening. Het Griekse woord karkinos duidt op de vorm van een gezwel met uitlopers in het omgevende weefsel, en het Latijnse woord cancer heeft een eensluidende betekenis: krab of kreeft - een gezwel met uitlopers.Elk jaar krijgen in ons land meer dan 60.000 mensen te horen dat zij kanker hebben. Vrijwel iedereen is dan ook weleens met kanker geconfronteerd. Er zijn meer dan honderd soorten kanker en elke soort is een andere ziekte. Een ding hebben al die soorten echter gemeen: bepaalde lichaamscellen zijn ontspoord en blijven zich delen. Op zichzelf is celdeling noodzakelijk; op die manier ontstaan nieuwe cellen. Die zijn nodig om te groeien en om oude, versleten of beschadigde cellen te vervangen. Ons lichaam regelt die celdeling als het ware automatisch. Het kan gebeuren dat ergens in ons lichaam een cel uit de pas gaat lopen en zich gaat delen zonder dat ons lichaam die celdeling onder controle heeft. Er komen dan steeds meer van die cellen en op den duur ontstaat een gezwel (tumor).GezwellenHet kenmerkende verschijnsel van een gezwel is nieuwvorming van cellen, een zelfstandige groei, onafhankelijk van de harmonische ontwikkeling van de omringende organen en weefsels. Afhankelijk van de aard van het gezwel en het voorkomen van uitzaaiingen Lnderscheidt men goedaardige (benigne) en kwaadaardige (maligne) gezwellen.Hoewel het goedaardige gezwel bijvoorbeeld wel door druk schade aan ander weefsel of organen kan toebrengen, groeit het niet in andersoortig weefsel door en overwoekert niet de nabijliggende weefsels.Voorbeelden van goedaardige gezwellen zijn de als vleesbomen bekend staande spiergezwellen in de baarmoederwand en de onderhuidse gezwellen van vetweefsel die als kleine zwellingen voelbaar en vaak ook zichtbaar zijn. Hiertegenover staan de, terecht gevreesde, kwaadaardige gezwellen waarbij de cellen zelf ernstig ziek zijn, de bouw van het weefsel afwijkt en veelal snel groeit.Deze gezwellen storen zich niet aan de weefselgrenzen en woekeren door in de omringende weefsels (infiltratieve groei). Indien een dergelijk gezwel niet volledig wordt weggenomen, niet met wortel en tak wordt uitgegroeid, zal ook het kleinste restant blijven groeien, vaak nog sneller dan voorheen.De neiging tot ongebreidelde groei is er ook de oorzaak van dat stukjes of wellicht slechts enkele cellen van het gezwel losraken en door bloed en lymfe versleept worden naar andere plaatsen in het lichaam en daar dochtergezwellen of zogenoemde uitzaaiiingen (metastasen) kunnen gaan vormen.De groeiwijze van de kwaadaardige gezwellen suggereert de afwezigheid of blokkering van regelmechanismen. Het kenmerkende van kwaadaardige celgroepen is dat ze zich voortdurend kunnen vermeerderen. In het algemeen is het uitzaaigedrag een vast gegeven.Plaatsen waar de uitzaaiingen zich vooral nestelen zijn die organen die als een filter in de bloedbaan zijn geschakeld: de longen, de lever, het bot en de hersenen. Dat een uitzaaiing zich toch niet overal kan nestelen en vermenigvuldigen blijkt uit de afwezigheid van dochtergezwellen in spierweefsel. Kanker, een wereldvraagstukKanker komt voor over de hele wereld, in rijke en in arme landen. Het optreden van bepaalde vormen van kanker verschilt van land tot land. Borstkanker komt in Nederland en België meer voor dan in andere landen. In de Verenigde Staten geldt dat voor darmkanker, in Afrikaanse landen is dat het geval voor leverkanker en in Japan voor maagkanker. Wanneer we het optreden van kanker bij mannen en vrouwen vergelijken, blijkt over het geheel kanker wat meer voor te komen bij mannen dan bij vrouwen. Bij sommige vormen zijn er echter opvallende verschillen. Longkanker komt in ons land veel vaker voor bij mannen; dikke-darmkanker wat meer bij vrouwen.ìanker komt voor onder alle leeftijden, maar vooral bij ouderen. In ons land is tweederde van alle kankerpatiënten ouder dan 65 jaar. Er zijn echter ook vormen van kanker die uitsluitend of vooral bij kinderen of jonge mensen optreden.Het optreden van een bepaalde vorm van kanker kan van tijd tot tijd verschillen. Vóór de Tweede Wereldoorlog waren er in ons land veel gevallen van maagkanker. Dat is nu minder. Waarschijnlijk is dat te danken aan de komst van de koelkast.Voordien werd voedsel vaak gezouten of gerookt om het voor langere tijd te kunnen bewaren. Een hoog zoutgebruik verhoogt het risico op maagkanker. Dit geldt ook voor stoffen die kunnen voorkomen in gerookt voedsel.Bij longkanker is nog steeds een toename. Deze deed zich het eerst voor onder mannen, daarna onder vrouwen. Bij mannen heeft de rookgewoonte zich voornamelijk al in de jaren dertig verbreid; bij vrouwen was dit aan het eind van de jaren vijftig. OorzakenCellen, de bouwstenen van ons lichaam, delen zich voortdurend. Dat wordt geregeld door de genen in die cellen. Een bepaald type genen zorgt er ook voor dat cellen nog gerepareerd worden als ze beschadigd raken, bijvoorbeeld door roken of door te veel zonnen. Maar als cellen onherstelbaar worden beschadigd, leidt dit tot veranderingen in genen die normaal gesproken de deling, groei en ontwikkeling van cellen regelen. Er ontstaat een overmatige hoeveelheid 'foute' cellen, die niet in voldoende mate door het lichaam kunnen worden weggewerkt. Daardoor ontstaat op den duur een gezwel.De ontregeling van cellen is niet iets wat van het ene op het andere moment tot kanker leidt. Ons lichaam is blijkbaar in staat om de zaak lang in balans te houden. Kanker komt voornamelijk op oudere leeftijd voor. Tweederde van alle patiënten is ouder dan zestig jaar.De beschadiging van cellen wordt voor het grootste deel veroorzaakt door ons eigen gedrag.Onderzoekers hebben berekend dat ongeveer 35 procent van de sterfte aan kanker wordt veroorzaakt door roken, voooral door het optreden van longkanker. En nog eens 35 procent door onze manier van eten. Het risico op kankerUit wetenschappelijk onderzoek zijn enkele omstandigheden bekend die het risico op bepaalde vormen van kanker kunnen verhogen of verlagen. Vaak zijn er meerdere factoren in het spel; gelijktijdig of na elkaar. Zo is gebleken dat door roken een groot risico ontstaat voor longkanker of keelkanker. Keelkanker kan ook ontstaan door overmatig alcoholgebruik.Andere vormen van kanker hebben waarschijnlijk vooral te maken met voedingsgewoonten. Welke omstandigheden een rol spelen, is echter in het algemeen nog onduidelijk en ligt waarschijnlijk voor elke vorm van kanker weer anders. Ook over erfelijkheid van kanker bestaat nog onduidelijkheid; wel is komen vast te staan dat slechts een klein aantal vormen van kanker van generatie op generatie kan worden overgeërfd. BesmettelijkheidKanker is niet besmettelijk. Niemand hoeft zich dus ongerust te maken over besmettingsgevaar. Mochten kankercellen in het lichaam van iemand anders terechtkomen, dan kunnen zij zich daar niet verder ontwikkelen en worden vernietigd.Kankerverwekkende stoffenWanneer de pers meldt dat er iets is ontdekt dat kanker kan veroorzaken, wekt zo'n bericht gemakkelijk ongerustheid. Alleen iemand die over een lengte van jaren of in hoge mate aan zo'n kankerverwekkende stof heeft blootgestaan, zou daardoor mogelijk kanker kunnen krijgen. Zo is bijvoorbeeld bekend dat zwarte korsten aan brood of vlees kankerverwekkende stoffen bevatten. Als het brood eens een keer wat donker is uitgevallen of bij de barbecue het vlees wat zwart brandt, is dat minder smakelijk maar nieu gevaarlijk. Iets anders wordt het wanneer u jarenlang dagelijks zwart gebakken of zwart geroosterd vlees zou eten. MilieuverontreinigingVeel mensen hebben de indruk dat in milieuverontreiniging een heel belangrijke oorzaak van kanker schuilt. Volgens de meeste deskundigen is echter in minder dan één procent van alle gevallen het ontstaan van kanker toe te schrijven aan verontreinigingen in het milieu. LeeftijdDe vergrijzing van de bevolking speelt - naast roken en de bevolkingsgroei - een bepaalde rol bij de toename van het aantal kankerpatiënten. Kanker ontstaat namelijk niet van het ene moment op het andere. Vaak is dat een ontwikkeling van jaren. Zijn er eenmaal kankercellen ontstaan, dan is dat meestal nog niet meteen te merken; gemiddeld komt de ziekte pas na tien jaar aan het licht.Vroeger stierven veel mensen op betrekkelijk jonge leeftijd ten gevolge van ziekten die nu zijn overwonnen, zoals tuberculose. Nu de mensen langer leven, krijgt kanker vaker de kans zich zover te ontwikkelen dat de ziekte aan den dag treedt.
Onderzoek
Indien de patiënt bij de huisarts komt met klachten die op kanker zouden kunnen wijzen, zal doorgaans een eerste lichamelijk onderzoek worden verricht. Zo nodig zal de huisarts ook bloed, urine en ontlasting laten onderzoeken of röntgenfoto's laten maken. Die onderzoeken geven ook al aanwijzingen over de oorzaak van de klachten.In het merendeel van de gevallen zal blijken dat niet kanker, maar iets anders de klachten veroorzaakt. Vaak is de oorzaak al snel duidelijk; in andere gevallen is daar een aantal nadere onderzoeken voor nodig. Soms kan de oorzaak van de klachten niet worden vastgesteld. Aan de hand van de resultaten van het onderzoek kan de huisarts voorstellen de ontwikkeling van de klachten nog even aan te zien. Er kan ook aanleiding zijn tot verder onderzoek. Waaruit dit zal bestaan, hangt af van de aard van de klachten.Doorverwijzing voor een specialistisch onderzoek wil niet zonder meer zeggen dat de huisarts denkt dat het kanker zou kunnen zijn. Misschien wil hij zekerheid dat hij zich niet vergist, of wil hij laten uitzoeken wat het dan wel is. Als de arts niet uit zichzelf vertelt waarom hij u doorverwijst, kunt u het hem vragen. Microscopisch onderzoekKanker kan alleen worden vastgesteld door cellen en weefsel onder de microscoop te bekijken. Dit onderzoek wordt gedaan door de patholoog-anatoom. Deze arts kan aan de hand van afwijkingen in het weefsel en van andere gegevens van de patiënt de aard van de aandoening vaststellen.Ten behoeve van dit onderzoek wordt een stukje van het verdachte weefsel weggenomen. Dat wegnemen heet biopsie.Dit kan gebeuren door middel van een punctie. Dit is een eenvoudige en weinig belastende ingreep. Vaak echter zijn meer belastende onderzoeken nodig.Blijkt het inderdaad kanker te zijn, dan volgen onderzoeken om na te gaan om welk type kanker het gaat, hoever de ziekte zich heeft uitgebreid en of er uitzaaiingen zijn. Al deze gegevens zijn nodig om de ziekte te kunnen behandelen. Ook tijdens de behandeling worden cellen en weefsel microscopisch onderzocht. Dit geeft inzicht in de resultaten van de behandeling.
- 1
- 2
- 3
- 4
- Volgende pagina