Hormonale voorbehoedsmiddelen zijn te krijgen als pil, pleister, ring of spiraaltje en bevatten hormonen die de bevruchting moeten tegengaan. Die hormonen - oestrogenen en/of progesteron - verhinderen de eisprong en werken in op het slijmvlies, waardoor de spermatozoïden hun doel niet kunnen bereiken en het eitje zich niet innestelt. We zetten ze op een rijtje zodat u de methode kan kiezen die het best voor u geschikt is.
De pil
De pil is de meest gebruikte anticonceptiemethode. Ze is heel efficiënt, maar heeft wel enkele nadelen. Wie de pil neemt, moet die op een vast uur nemen, 21 dagen lang, dan precies een week stoppen om vervolgens aan de volgende strip te beginnen. Nogal wat vrouwen vergeten ze dan ook al eens te nemen, waardoor dit voorbehoedsmiddel een stuk minder veilig wordt.
Er zijn oestroprogestatieve pillen (d.w.z. dat ze oestrogenen en progesteron bevatten) en progestatieve pillen (met alleen progesteron). Ze zijn allemaal in verschillende dosissen te krijgen. De minipil heeft de laagste dosis. De keuze van de pil hangt af van de individuele risicofactoren. Dat gebeurt best in overleg met uw arts. Ook aspecten zoals de aard van de menstruatie, het premenstrueel syndroom of overvloedige maandstonden spelen mee in de beslissing.
Maar wist u dat er ook pillen bestaan (de microprogestatieve pil) die continu genomen moeten worden? De maandstonden worden hierdoor gewoon onderdrukt. U hebt er dus geen last meer van.
En voor pilgebruiksters die na de stopweek al eens vergeten om aan een nieuwe strip te beginnen, bestaat er een anticonceptiepil die uit 28 pillen bestaat maar waarvan de laatste 7 placebo’s zijn. De maandstonden komen er dus nog altijd door, maar de strips worden zonder onderbreking genomen wat het gevaar op vergeten flink verkleint.
De morning-afterpil, een apart verhaal
Voor wie onveilige seks heeft gehad, bestaat er een noodoplossing: de morning-afterpil. Maar het gaat hier wel degelijk om een voorbehoedsmiddel voor sporadisch gebruik. Het is zeker niet de bedoeling om het als de traditionele anticonceptiepil te gaan gebruiken.
De anticonceptiepleister
De pleister geeft continu hormonen af (oestrogenen en progestatief) die in de huid dringen. De pleister moet wel elke week vervangen worden en om de 3 weken moet u een stopweek inlassen (zoals bij de pil dus).