Met deze test wordt het risico vastgesteld op seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA). Ze richt zich niet tot mensen die in een stabiele en vaste relatie leven en sinds lang aan elkaar trouw zijn. Ze is eerder bedoeld voor mensen die – al dan niet tijdelijk - geen stabiel emotioneel en seksueel leven leiden. Antwoord zo eerlijk mogelijk op elke vraag. Dat geeft het meest betrouwbare resultaat.

1) Hoeveel seksuele partners hebt u in uw leven al gehad?
Het aantal seksuele partners staat in correlatie met het aantal SOA’s. Dat is logisch: hoe meer seksuele contacten u hebt gehad met een groot aantal personen, hoe groter het risico dat u iemand bent tegengekomen met een SOA. Dat is gewoon een statistisch gegeven.
2) Hoeveel partners hebt u het voorbije jaar gehad waarmee u seksueel contact had?
Het aantal seksuele partners in een leven, maar ook in een jaar, kan een invloed hebben op de vruchtbaarheid. Een aanzienlijk percentage van de problemen om kinderen te krijgen heeft te maken met SOA’s, en die hebben dan weer te maken met het (grote) aantal partners. Dat doet niets af aan het feit dat één contact volstaat om een SOA op te lopen.
3) Als u uitgaat en op zoek gaat naar een partner, waar gaat u dan vooral naartoe?
Mensen die heel actief op zoek zijn naar een partner lopen meer risico om een vluchtige seksuele relatie aan te gaan en lopen dus meer risico op een SOA.
4) Hebt u sinds uw eerste seksuele relatie al een SOA opgelopen?
Iemand die een SOA opgelopen heeft, is een risicopersoon, en hij/zij is dat nog meer als hij/zij al meer dan één keer een SOA heeft opgelopen. Dat betekent dat hij of zij risicogedrag vertoont.
5) Wat is uw drinkgedrag als u uitgaat?
Alcohol is een belangrijke risicofactor voor SOA’s. Iemand die alcohol gedronken heeft zal misschien een seksuele relatie aangaan die hij niet begonnen was als hij nuchter was, en vaak gebeurt dat in slechte omstandigheden. Dat is des te riskanter omdat iemand die onder invloed is gemakkelijker de onmisbare voorzorgsmaatregelen vergeet, en vooral dan het condoom (maar ook de pil of een andere vorm van anticonceptie).
6) Als u een nieuwe partner leert kennen en zou vrijen, zou u dan een condoom gebruiken?
Het condoom is DE onmisbare bescherming als iemand een seksueel leven wil leiden zonder risico’s. Iedereen weet dat, maar om ook echt veilig te vrijen, moet men zeker zijn van zijn beslissing en kordaat tegenover zichzelf en de andere. Als men zichzelf niet kan vertrouwen, is het heel moeilijk om zijn mening door iemand te doen aanvaarden die deze mening niet deelt. Als men zonder condoom wil vrijen, verhoogt men het risico op SOA aanzienlijk.
7) Gebeurt het al eens dat u met iemand vrijt die u pas diezelfde avond hebt leren kennen?
Hoe vroeger men een seksuele relatie begint, hoe meer men behoort tot een risicogroep voor SOA. Want dan heeft men de neiging om snel van partner te wisselen en neemt men meer risico’s.
8) hebt u tijdens het vrijen al drugs gebruikt (inclusief cannabis)?
Alle stoffen die op de hersenen inwerken verhogen het risico op SOA’s. Alcohol ook, al komt dit thema in een andere vraag aan bod. Niet iedereen beschouwt alcohol als een drug, maar dat is het wel degelijk. Intraveneus toegediende drugs verhogen het risico door de gewoonte om naalden uit te wisselen met andere gebruikers. Gelukkig is deze praktijk sterk verminderd, sinds naalden en spuitjes vrij verkocht kunnen worden.
9) Hebt u al eens fellatio gedaan zonder condoom?
Fellatio is een praktijk met een verhoogd risico op SOA’s. Dat risico ligt waarschijnlijk minder hoog dan bij een seksuele relatie met vaginaal contact. Maar het is er, en daarom is het raadzaam om een condoom te gebruiken.
10) Hebt u al relaties gehad met anale seks?
Relaties met anale seks hebben het grootste risico op overdracht van een SOA. Het slijmvlies is op die plaats heel erg gevoelig, en bij seks is er altijd een bloeding, ook al gaat het om een “microbloeding” die voor het oog niet waarneembaar is. Daarom worden SOA’s zoals aids of hepatitis zeer gemakkelijk op deze manier overgedragen. Het gebruik van een condoom is dus absoluut noodzakelijk.
11)Hebt u een piercing of een tatoeage?
Zodra men u doet bloeden met een instrument, bestaat er een risico op overdracht van bepaalde SOA’s, zoals aids of hepatitis (en andere, via het bloed overdraagbare ziektes, ook als dat niet via seksuele relaties gebeurt). Piercings en tatoeages gebeuren vaak in vrij onhygiënische omstandigheden, waardoor u tot een risicogroep gaat behoren. De instrumenten die in contact komen met uw bloed worden immers ook voor andere mensen gebruikt en zijn niet altijd degelijk gesteriliseerd. Dat is de reden waarom centra voor bloedtransfusies bloedgevers weigeren die een tatoeage of piercing hebben.
12) Waar woont u?
Iemand die in een grootstad woont loopt meer risico om een SOA. op te lopen. Waarom? Omdat anonieme contacten vergemakkelijkt worden en veel meer mensen daardoor risico’s nemen.