Het onderzoek naar een vaccin voor aids blijft frustratie opwekken, maar het Apobec 3-gen is toch een van de mooiste beloftes voor mensen met hiv-besmetting.

Komt er een vaccin tegen aids?
Sinds het hiv (human immunodeficiency virus) of het virus van aids in de jaren 80 geïdentificeerd werd, kan men wel het virus opsporen en behandelen, maar genezen kan men de ziekte nog altijd niet. Er bestaan ook geen preventieve therapieën, op het condoom na dan. Maar wetenschappers over de hele wereld zijn al die jaren onvermoeibaar blijven zoeken naar een geschikt vaccin.
Hiv: een moeilijk te vatten virus
Het hiv heeft de bijzondere eigenschap dat het een retrovirus is, dat is een virus dat zijn erfelijk materiaal opslaat in de vorm van RNA en dat bij infectie van een gastheercel in DNA kan worden omgezet om zich vervolgens te vermeerderen. Het was al bekend dat het Apobec-3 gen het intracellulaire verkeer van het hiv kan verstoren en zo dat proces dwarsboomt. Een recente Amerikaanse studie die in Science is verschenen, heeft nu aangetoond dat het Apobec-3 gen codeert voor het Rfv3 gen. Dat laatste gen is bij onderzoekers bekend door proeven met muizen die na infectie door Friend, een in dit dierlijke model "equivalent" retrovirus van hiv, antilichaampjes gingen produceren waardoor ze zich tegen de ziekte konden verdedigen.
Het Apobec-3 gen: voorzichtige hoop tegen HIV
Het Apobec-3 gen zou dus, door toedoen van het Rfv3 gen, beschermen tegen het virus van aids en zou tegelijk het retroviraal proces verstoren en antilichaampjes produceren die het hiv aanvallen. De ontdekking geeft dan ook weer nieuwe hoop op een vaccin, al zullen er nog heel wat studies nodig zijn om de zaak verder uit te spitten. Ook bij primaten zijn bemoedigende resultaten bereikt.
Dat wekt natuurlijk hoop, maar het vaccin is zeker nog niet voor morgen. De reactie op Apobec-3 zal bij mensen immers niet per se dezelfde zijn.
En de meeste onderzoekers zijn het erover eens dat het gebruik op grote schaal van het vaccin in het beste geval over 10 tot 15 jaar te verwachten valt.
AIDS, een chronische ziekte?
Dankzij de tritherapie (een behandeling met 3 verschillende hiv-remmers) kan de ziekte vandaag bij de meeste patiënten onder controle gehouden worden. De dodelijke ziekte aids is een chronische ziekte geworden. De medicatie moet dan wel "ad vitam" gevolgd worden, maar wie seropositief is kan zo toch een min of meer "normaal" leven leiden. Jammer genoeg heeft de grote meerderheid van de zieken geen toegang tot medische verzorging. Wereldwijd kan amper 20% van de mensen die het virus dragen van een therapie profiteren. Vooral het continent Afrika wordt aan zijn lot overgelaten. En ook in ons land slagen de verschillende preventiecampagnes er niet in om het aantal besmettingen naar omlaag te krijgen…
Sakuma, R. et al., Gene Ther. 2007 Jan;14(2):185-9. Epub 2006 Aug 31.