100.000 Belgen lijden aan hepatitis C. Helaas laat een groot deel van hen zich niet behandelen omdat ze niet weten dat ze drager zijn van het virus en dus een mogelijke besmettingsbron vormen.

Hepatitis C: Een sluipende kwaal
Hepatitis C is een virale leverinfectie. Zowat 80 % van de patiënten ontwikkelen een chronische vorm van de ziekte. 20 % van hen krijgt cirrose en 1 tot 4 % leverkanker. 30 % van de dragers van het virus blijven lange tijd (10 tot 30 jaar) symptoomvrij, waarna de eerste symptomen zich voordoen: chronische vermoeidheid, gewrichtspijn... Laattijdige diagnose van hepatitis C kan helaas een aanzienlijke besmetting veroorzaken, aangezien de patiënten niet weten dat ze de ziekte hebben. En dat terwijl één enkele bloedafname volstaat om het virus op te sporen.
Welke zijn de risicogroepen?
Het virus wordt vooral overgedragen door rechtstreeks contact met menselijk bloed. De belangrijkste besmettingswijzen zijn een bloedtransfusie waarbij het bloed niet vooraf getest werd (vóór 1991) en het hergebruik van niet-steriele naalden en spuiten. In België blijven patiënten die vóór 1991 een bloedtransfusie of transplantatie hebben gekregen, de belangrijkste risicogroep. Maar wees gerust: sinds 1991 worden bloedgevers automatisch getest op hepatitis C.
De andere risicopersonen zijn drugverslaafden, personen met (een) piercing(s) en/of (een) tatoeage(s), mensen met verschillende sekspartners. Daarnaast lopen echter ook bepaalde beroepsgroepen een risico, zoals medici en paramedici. Bij 20 tot 30 % van alle gevallen van hepatitis C is de oorzaak onbekend.
De Huisarts nr. 663, 22 oktober 2003. www.hepatite-c.org