Wist u dat 50.000 Belgen besmet zijn met chronische hepatitis B en 70.000 tot 80.000 met hepatitis C? Een groot deel ervan is zich daar niet eens van bewust. De twee virussen zijn nochtans heel besmettelijk. Het is dus heel belangrijk dat de inspanningen voor opsporing van risicopatiënten worden voortgezet.

Opsporing
Mensen die drager zijn van het hepatitis B of C-virus en die dat niet weten, kunnen ongewild andere mensen uit hun omgeving besmetten: hun ouders, kinderen of partner. Daarom is het aan te raden om bij de minste twijfel een opsporingstest te doen.
Gewoon een bloedstaal laten nemen volstaat.
Het belangrijkste mogelijke symptoom van hepatitis B of C is chronische en onverklaarbare vermoeidheid. Daarnaast bestaan er ook heel wat risicofactoren waarvan men op de hoogte zou moeten zijn.
Risicofactoren van hepatitis B
- Mensen die in een instelling verblijven.
- Verplegend personeel.
- Tatoeage, piercing, acupunctuur, mesotherapie.
- In het geslachtsverkeer: vrijen zonder condoom, seksueel overdraagbare
aandoeningen, veelvuldig wisselen van partner. - Kinderen geboren uit een moeder die het virus draagt.
- De naaste omgeving van een drager het virus.
- Patiënten die invasieve medische ingrepen hebben ondergaan.
- Hemodialysepatiënten.
- Mensen die besmet zijn met het hepatitis C-virus of aids.
- Mensen met antecedenten van intraveneuze toxicomanie (drugsverslaving) of die
intranasaal cocaïne hebben gebruikt. - Gedetineerden of ex-gedetineerden.
Mensen afkomstig uit landen waar het virus sterk verspreid is of die deze landen hebben bezocht.