De overheid wil het gebruik van generische geneesmiddelen extra stimuleren om de uitgaven in de gezondheidszorg te drukken. Apothekers krijgen voortaan toelating om in bepaalde omstandigheden een ander geneesmiddel te geven als datgene dat door de arts is voorgeschreven.

Nieuwigheden bij de aflevering van generische geneesmiddelen:
Het voorschrijven op stofnaam (VOS) betekent dat de arts in zijn voorschrift niet de naam van een geneesmiddel opgeeft, maar de stof. Hij zal bijvoorbeeld paracetamol voorschrijven in plaats van Dafalgan, Efferalgan of een ander merk. De apotheker kan de klant dan een generisch middel meegeven in plaats van het oorspronkelijke merk. Dat laatste is vaak een pak duurder. Omdat het actieve bestanddeel hetzelfde is, heeft die ruil geen gevolgen voor de gezondheid van de patiënt.
Vanaf 1 april veranderen de zaken dus voor voorschriften op stofnaam (VOS). Apothekers die zo’n voorschrift voorgelegd krijgen, kunnen dan niet langer het product geven dat ze willen of dat de patiënt vraagt. Ze moeten een van de drie minst dure producten op de markt meegeven.
Nog meer veranderingen in mei
Op 1 mei volgt nog een verandering. Die is beperkter, maar wel spectaculairder. Voor voorschriften voor korte kuren van antibiotica en schimmelwerende producten is de apotheker dan verplicht om een van de minst dure producten mee te geven, en dat ook als het voorschrift van de arts niet de stofnaam, maar een specifiek geneesmiddel vermeldt.
Dit is een absolute première. Voortaan hebben artsen niet meer het laatste woord als ze een geneesmiddel voorschrijven. Sommige hebben het daar dan ook moeilijk mee. Of de maatregel later zal worden uitgebreid naar andere geneesmiddelen, is nog niet duidelijk.