Net zoals aids bij de mens, bestaat er ook een immunodeficiëntievirus bij katten: FIV (feliene immunodeficiëntie). Hoewel FIV tot dezelfde familie behoort als HIV, is er momenteel geen enkel gegeven dat erop wijst dat het virus kan worden overgedragen op de mens.
Hoe kan uw kat het FIV-virus oplopen?
Uw kat kan het FIV-virus oplopen als ze gebeten wordt door een andere, besmette kat. In de regel kan het virus echter niet overgedragen worden tussen katten van eenzelfde huisgezin. U hoeft uw besmette kat dus zeker niet weg te doen.
Solitaire volwassen katers
Het virus heeft het vooral gemunt op solitaire volwassen katers die hun territorium verdedigen. Het gaat niet door de placenta; vandaar dat de jongen van een besmette moeder gezond ter wereld komen. Ze kunnen het virus wel oplopen door moedermelk te drinken of via het speeksel van de moeder.
Symptomen van FIV bij katten
Koorts, huid- en darmontstekingen...
Het FIV verstoort het immuunsysteem van de kat: de witte bloedcellen doen hun werk niet meer zoals het hoort.
Eerst krijgt uw kat koorts en kan ze twee à drie maanden rondlopen met gezwollen klieren. Op dat moment is ze bijzonder vatbaar voor huid- en darminfecties.
Geen symptomen, maar drager van het virus
Nadien geneest ze, maar blijft het virus wel in haar bloed zitten. Vanaf dan kan ze andere katten besmetten met FIV. Zo kunnen katten het virus jarenlang (3-5 jaar) uitscheiden, zonder dat hun toestand een infectie doet vermoeden. Tot hun klieren later opnieuw beginnen te zwellen.
Eindstadium
Het eindstadium van de ziekte wordt gekenmerkt door virale en bacteriële infecties, als gevolg van de immunodepressie die het virus veroorzaakt. Er treden dan mond-, neus-, oog-, huid- en darminfecties op. De kat kan ook bloedarmoede en koorts krijgen en gewicht verliezen.
Al die symptomen doen zich meestal voor bij katten van een tiental jaar oud.