Facebook is, algemeen gesproken, niet zo goed voor onze gezondheid, vooral niet voor onze geestelijke gezondheid. Maar uit studies blijkt wel dat de impact voor iedereen anders is.
Jongeren ondergaan niet allemaal dezelfde impact van Facebook
Sinds Facebook in 2004 is ontstaan, heeft het in het leven van ieder van ons een dominante plaats verworven. Er zijn dan ook heel wat wetenschappelijke studies gevoerd naar de impact ervan. Vooral de geestelijke gezondheid van de jongeren is grondig bestudeerd. Maar de resultaten zijn complex… Sommige jongeren blijken schade te ondervinden als ze dit sociale medium gebruiken, andere worden er dan weer beter van.
Volgens een recente studie (1) hangen deze verschillen nauw samen met het aantal vrienden dat de jongeren op Facebook hebben: bij meer dan 300 stijgt het stresspeil.
Alles hangt af van de relatie met de anderen
Het interessante is dat in diezelfde studie het krijgen van likes niet tot een vermindering van stress leidt. Andere mensen likes geven en hen opbeurende berichtjes sturen, vermindert de stress dan weer wel. Jongeren die de tijd en de moeite nemen om vriendelijk te zijn voor de anderen komen er dus beter uit.
Een andere studie (2) heeft zich verdiept in het verband tussen Facebook en de zogenaamde social safeness, met andere woorden de mate van vertrouwen die jongeren in hun sociale relaties hebben. Jongeren die veel op Facebook zitten, zo valt op, ervaren die relaties minder vaak als rustgevend of leuk dan andere, minder grote Facebookgebruikers. Ze ondervinden ook minder voldoening in het leven in het algemeen. Maar een hoge graad van social safeness lijkt dan weer te beschermen tegen een lagere voldoening in het leven. Een cruciaal gegeven dus om het gevaar dat de sociale netwerken vormen te beoordelen.
(1) Morin-Major, JK ., et al. Psychoneuroendocrinology. 2016 Jan;63:238-46. doi: 10.1016/j.psyneuen.2015.10.005. Epub 2015 Oct 9.
(2) Akin, A. et al., Psychol Rep. 2015 Oct;117(2):341-53. doi: 10.2466/18.07.PR0.117c20z9. Epub 2015 Oct 7.
