Het debat over het levenseinde dat enkele jaren geleden werd geopend, loopt nu blijkbaar stilaan ten einde.

In de nasleep van het wetsontwerp over palliatieve zorgen zullen de Belgische parlementsleden in de Justitiecommissie van de Kamer een voorstel bespreken om euthanasie uit het strafwetboek te halen. Op het ogenblik dat we dit schrijven, is nog niets definitief, maar toch heeft de voorzitter van de Commissie, Fred Erdman (SP.A), zich duidelijk uitgesproken. Er blijkt een akkoord te bestaan over de problematiek van terminaal zieke patiënten, maar het geval van de niet-terminale patiënten ligt veel moeilijker. In de tekst van het wetsontwerp die door de voorzitter werd voorgesteld, werd dan ook gesproken van een "irreversibele medische situatie". Als er geen sprake is van nakend overlijden, zal een extra wachttijd van één maand worden ingelast.
Afschrikken?
Door dit wetsontwerp te binden aan dat van de palliatieve zorgen biedt men terminaal zieke patiënten ook een alternatief. Sommigen zien er, al dan niet terecht, een afschrikkingsmiddel in. De voorzitter vindt dat de arts een zekere vrijheid moet krijgen bij het inschatten van de situatie van zijn patiënt, want enkel de arts heeft een totaal beeld van de sociale, familiale en medische context waarin de vraag tot euthanasie is ontstaan. Een ander punt van discussie betreft minderjarigen. Ook kinderen en adolescenten vragen soms om euthanasie. Welnu, minderjarigen kunnen een dergelijke beslissing niet nemen en het blijkt onmogelijk te zijn dit in een wettekst op te nemen. Hoe bijv. het probleem oplossen als de ouders gescheiden zijn? Wat psychiatrische patiënten betreft, is er minder discussie: psychiatrische patiënten zijn per definitie niet in staat in alle vrijheid een beslissing te nemen. Wat er ook van zij, het wetsvoorstel moet eerst nog voor de Kamer komen en pas dan kan er over de toepassing ervan worden gediscussieerd... vóór het einde van de huidige legislatuur?