Het verband tussen beiden kan verrassend lijken, maar het is wel reëel én aanzienlijk. Volgens een Canadese studie blijkt dat het aantal zelfmoorden bij vrouwen die esthetische chirurgie ondergingen voor een borstprothese 73% hoger is dan bij vrouwen bij wie dat niet het geval is.

De risico's van esthetische chirurgie
Men heeft over esthetische chirurgie eerder al gedacht dat ze het risico op kanker verhoogde net zoals het risico op een immuniteitziekte en de borstimplantaten haalden al vaak het nieuws omdat ze een risico op lekken inhouden.
Om te onderzoeken in welke mate esthetische ingrepen al dan niet schadelijk zijn, vergeleek een team Canadese onderzoekers de mortaliteit bij vrouwen die een beroep deden op esthetische chirurgie met een controlegroep (vrouwen van dezelfde leeftijd die geen esthetische ingreep ondergingen).
Bij twee populaties werd het aantal overlijdens en de doodsoorzaak onderzocht:
24.500 vrouwen bij wie een borstprothese werd ingeplant om hun borsten te vergroten, tussen 1974 en 1989;
16.000 vrouwen die om een andere reden een beroep deden op esthetische chirurgie en dat tijdens dezelfde periode.
Na een follow-up van 15 jaar, was de totale mortaliteit niet hoger bij deze twee populaties dan bij de controlegroep. De mortaliteit was zelfs 26% lager bij vrouwen die een borstvergroting ondergingen en 32% lager bij de andere groep.
Dat verschil is wellicht te wijten aan het feit dat vrouwen bij wie een chirurgische ingreep uitgevoerd wordt doorgaans in goede gezondheid verkeren. Een esthetische ingreep wordt niet uitgevoerd bij vrouwen die niet over een goede gezondheid beschikken.
Bovendien komen vrouwen die voor esthetische chirurgie kiezen vaker uit een hogere socio-economische klasse.
Veel meer zelfmoorden na esthetische chirurgie
Het percentage overlijdens door zelfmoord is 73% hoger bij vrouwen met een borstimplantaat in vergelijking met de controlegroep en 55% hoger bij vrouwen die een andere vorm van esthetische chirurgie ondergingen.
In elk geval is het zo dat vrouwen die kandidaat zijn voor esthetische chirurgie meer psychisch fragiel zijn dan andere vrouwen.
Deze vaststelling versterkt de stelling die wil dat vrouwen die een beroep doen op esthetische chirurgie voor de ingreep zorgvuldig gescreend moeten worden, zowel op lichamelijk als op geestelijk vlak. Men moet achterhalen waarom een vrouw een esthetische ingreep wil en bijvoorbeeld ook nagaan hoeveel zelfvertrouwen de patiënte heeft. De verplichte bedenktijd voor het uitvoeren van de ingreep moet hoe dan ook gerespecteerd worden. Men kan zich ook de vraag stellen hoeveel vrouwen baat gevonden zouden hebben bij psychologische ondersteuning eerder dan bij een chirurgische ingreep.