1 op 300 landgenoten lijdt aan erfelijke hemochromatose, een ziekte waarbij teveel ijzer wordt opgeslagen in het lichaam. Een frequente maar vaak miskende aandoening. Vroegtijdige opsporing is nochtans een noodzaak.

Niet zeldzaam
Erfelijke hemochromatose is de meest voorkomende erfelijke aandoening in ons land. Toch kennen weinig mensen de ziekte. Veel artsen gaan er zelfs van uit dat de kwaal zeldzaam is. Niets is minder waar. Wanneer de ziekte te laat wordt vastgesteld treedt schade aan de organen op. Vroegtijdige diagnose en behandeling zijn een must. De therapie bestaat uit aderlatingen; hierdoor wordt het overtollige ijzer afgevoerd.
Orgaanschade
Bij erfelijke hemochromatose neemt het lichaam meer ijzer uit de voeding op dan hetnodig heeft. Omdat het lichaam dit teveel aan ijzer niet kan afvoeren, wordt hetopgeslagen in de lever en andere organen. Afhankelijk van de plaats waar het ijzer zich opstapelt treden symptomen op. Bij ijzerstapeling in de lever kan levercirrose of zelfs leverkanker ontstaan. Gebeurt het in de alvleesklier dan kan diabetes het gevolg zijn. Ook het hart en de gewrichten zijn een mogelijk doelwit van de ziekte. Wanneer de kwaal niet op tijd wordt behandeld heeft dit een nefaste invloed op de levensverwachting.